Het lot van kat Lee beroert al enkele weken de gemoederen. Het standpunt van Sciensano en FAVV is en blijft duidelijk: al het mogelijke moet worden gedaan om ons land rabiësvrij te houden.
Steven Van Gucht werd in enkele weken tijd een BV en een dagelijkse gast in de meeste Vlaamse huiskamers. Hij beperkt zijn activiteit deze dagen echter niet alleen tot het communiceren over COVID-19. Ook voor de problematiek rond de kat Lee die zonder toestemming vanuit Peru werd overgevlogen, is hij bij Sciensano het aanspreekpunt. In een gezamenlijke communicatie van het wetenschappelijk instituut en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen worden de puntjes op de ‘i’ gezet.
Het laten inslapen van de kat is voor Sciensano en FAVV de allerlaatste mogelijkheid, maar in dit concrete geval ook de enige. “Voor haar vertrek werd de eigenares duidelijk geïnformeerd dat ze de kat niet mocht invoeren in België. Ze nam zelf de verantwoordelijkheid om dit toch te doen, terwijl ze op de hoogte was van de gevolgen. In dit geval zijn we er absoluut van overtuigd dat er een reëel gevaar is dat dit dier hondsdolheid kan ontwikkelen en dat er dus aan het einde van de rit onschuldige slachtoffers kunnen vallen. In de gegeven omstandigheden is inslapen voor ons de enige optie, hoe jammer we dit ook vinden”, zegt dierenarts Philippe Houdart, hoofd preventie en sensibilisering bij het FAVV.
“Rabiës is het meest dodelijke virus dat we kennen, we kunnen geen enkel risico nemen”, voegt Steven Van Gucht eraan toe. “Hoe moeilijk dit ook is, het FAVV moet de regels voor iedereen toepassen. België is sinds 2001 rabiësvrij en dat moet zo blijven. Er bestaat geen enkele test die kan aantonen of het dier al dan niet drager is van het virus. Een vaccinatie biedt bovendien geen garantie tegen de ziekte indien het dier daarvoor al werd blootgesteld. De ziekte kan soms pas vele maanden later ontwikkelen Daarom moeten we er steeds vanuit gaan dat zo’n dier mogelijk besmet is, ook al heeft het antistoffen en lijkt het in goede gezondheid.”
Wereldwijd sterven jaarlijks meer dan 55 000 mensen aan de gevolgen van hondsdolheid. In vier gevallen op tien gaat het om kinderen. In België werden de laatste gevallen geregistreerd in 2007 en 2008. Telkens ging het om dieren die ingevoerd weren vanuit een risicoland (Marokko en Gambia). Ook Peru staat op de lijst van landen met een hoog risico. De twee besmette dieren leken in eerste instantie gezond, maar vertoonden maanden later toch symptomen van de ziekte. Het toont volgens Sciensano en FAVV duidelijk aan dat er geen risico kan worden genomen en dat een herhaling van dit scenario ten allen prijze moet worden vermeden.
Filip Ceulemans