Huisarts en apotheker moeten samenwerken rond zelftests

Wanneer een apotheker een zelftest aanbiedt aan een patiënt, moet die daarvoor samenwerken met de behandelende huisarts. Dat zegt de Nationale Raad van de Orde der Artsen.

Op vraag van een provinciale raad formuleerde de Nationale Raad van de Orde der Artsen een advies over het aanbieden door een apotheker van de gezondheidsapp FibriCheck zonder dat de behandelende arts daarbij werd betrokken. Fibricheck is een app die hartritmestoornissen zoals voorkamerfibrillatie vroegtijdig kan ontdekken. Het is één van de proefprojecten die werd geselecteerd door de experten van het Riziv, de FOD Volksgezondheid, het FAGG en het eHealth-platform. 

In een eerder advies uit 2017 stelde de Nationale Raad dat zelftests beantwoorden aan een vraag van de burger en kaderen binnen de concepten van zelfbeschikking en patient empowerment. Het laagdrempelige karakter van de zelftests zet patiënten aan tot verantwoordelijkheid en deelname aan de zorg en draagt zo bij tot een toegankelijker gezondheidszorgsysteem. Er volgt echter meteen een grote maar: zelftests zijn slechts bruikbaar en zinvol wanneer aan enkele voorwaarden is voldaan.

Een eerste voorwaarde is uiteraard dat de zelftest betrouwbaar en veilig is. De Fibricheck heeft een CE-markering wat erop wijst dat de software beantwoordt aan de Europese regels en vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bescherming van het leefmilieu. Een CE-markering is volgens de Nationale Raad echter geen absolute veiligheidsgarantie. Om de kwaliteit en de continuïteit van de zorg te garanderen, hebben gezondheidsapps omkadering nodig. Het hartritme weten is immers slechts nuttig wanneer het wordt geïnterpreteerd door een arts, die een diagnose kan stellen en vervolgens een behandeling opstellen. Wanneer de app een afwijkend testresultaat geeft, kan de behandelende arts de resultaten analyseren, de patiënt geruststellen en hem helpen de diagnose te begrijpen.

De apotheker kan de app op vraag van de patiënt of de arts aanbieden en de nodige informatie verstrekken over het doel ervan en de gebruiksaanwijzingen, maar enkel de arts is wettelijk bevoegd om “handelingen te verrichten die tot doel hebben, of worden voorgesteld tot doel te hebben, bij een menselijk wezen, hetzij het onderzoeken van de gezondheidstoestand, hetzij het opsporen van ziekten en gebrekkigheden, hetzij het stellen van de diagnose, het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysieke of psychische, werkelijke of vermeende pathologische toestand, hetzij de inenting". De medewerking van de huisarts of de behandelende specialist is dan ook essentieel bij proefprojecten waarbij gebruik wordt gemaakt van FibriCheck. Het kan voor de Nationale Raad dan ook niet dat een apotheker de app aanbiedt zonder de patiënt te wijzen op de noodzakelijke medische omkadering en opvolging door zijn behandelende arts.