Loopbaan van de huisarts onder de loep

15 feb 2012

Huisarts Nu wijdde in december een volledig themanummer aan de vraag wat er nu het dringendst en het meest nodig is: meer huisartsen of beter functionerende huisartsenpraktijken.

Het kan verkeren, wist Bredero al. De media berichten de laatste maanden vaak over het dreigende tekort aan huisartsen. En dat nadat niets eens zo lang geleden iedereen de mond vol had over een moordende plethora. Het dreigende tekort aan huisartsen moet ook de overheid zorgen baren. Meerdere studies tonen immers aan dat een goed uitgebouwde eerstelijnszorg niet alleen veel goedkoper is dan een op specialistische zorg geënt model, maar dat het ook beter aansluit bij de maatschappelijke noden die op ons afkomen. Denk maar aan de vergrijzing van de bevolking. Hoe kunnen Vlaamse huisartsen zich voorbereiden op deze toekomst? Welke samenwerkingsmodellen zijn daarvoor nodig? Hoe laten we een huisartsenpraktijk optimaal functioneren? Dat zijn enkele van de vragen die aan bod komen in het themanummer waarmee Huisarts Nu het jubileumjaar 2011 (40 jaar Huisarts Nu) afsloot.

Taakdelegatie

Een van de artikels in dit themanummer is van de hand van Bart Dirickx (samen met Marc Viaene en Jan De Lepeleire) en geeft een overzicht van de mogelijkheden die taakdelegatie biedt. Met dit artikel won hij overigens de Prijs van de jonge auteur, uitgereikt op de Jaarstarter van Domus Medica in Mechelen.

Traditioneel neemt de huisarts veel taken op zich, niet alleen medisch maar ook administratief. Met de toenemende (medische) takenlast in de nabije toekomst, is het niet langer mogelijk dat de huisarts alles zelf blijft doen. Hij moet taken delegeren. Daarbij denkt hijzelf vooral aan administratieve taken, zoals de telefoonpermanentie en het ingeven van data in het EMD, maar ook aan het afrekenen van de consultatie. Opmerkelijk is wel dat een aantal huisartsen erg huiverachtig blijft tegenover het delegeren van taken. En dat onder het motto: ‘Er bestaat een veel nauwer arts-patiëntcontact wanneer ge alles zelf doet.’ De onderzoekers vinden het alvast frappant dat er op dit vlak geen eensgezindheid bestaat tussen huisartsen.

Minder huisbezoeken

De studie van Ilke Cabus en Erik Vanobbergen toont aan dat het niet al te moeilijk is om het aantal huisbezoeken nog verder terug te dringen ten voordele van de raadplegingen in de praktijk van de huisarts. Enkele eenvoudige maatregelen volstaan. Het is wel belangrijk dat zowel artsen als patiënten zich ervan bewust worden dat deze evolutie niet alleen tijdwinst betekent voor de huisarts, maar ook kwaliteitswinst voor de patiënt.

Huisartsenstage

Een laatste artikel dat we hier belichten, is van de hand van Kristin Hendrickx, Kristin Van den Bogerd en Guido Nicolaï. Het is belangrijk studenten tijdens hun studies geneeskunde ervan te overtuigen voor een carrière als huisarts te kiezen. Hoe meer studenten overtuigd worden, hoe meer nieuwe huisartsen de beroepsgroep komen versterken. Een belangrijk moment in deze ‘rekrutering’ kan de huisartsenstage zijn. De onderzoekers van de Universiteit Antwerpen geven twee duidelijke aanbevelingen aan de stagebegeleiders:

  • feedback geven aan de stagiair en hen zelf ook een aantal zaken laten uitvoeren, zijn erg belangrijk en bieden een echte meerwaarde voor de stage;
  • en zorgvuldige planning en een goede communicatie dragen bij tot een effectieve en efficiënte leeromgeving voor de stagiair.

En verder

Dit waren slechts enkele van de artikels die in het themanummer aan bod komen. Verder wordt ook onder meer aandacht besteed aan de manier waarop Denemarken probeert de huisarts de plaats in de zorg te geven die hij verdient, wordt nagegaan of een projectmanager loont in een multidisciplinair gezondheidscentrum, geeft men de mening weer van een aantal stakeholders op de toekomst van de huisartsgeneeskunde, en wat de lacunes zijn in de opleiding huisartsgeneeskunde,.

Filip Ceulemans