Operaties van de rug: minder resultaat dan verwacht

30 okt 2015

Rugklachten behoren tot de meest voorkomende klachten in ons land. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht of een aantal chirurgische ingrepen die vandaag aangeboden worden, ook effectief werken. De conclusie is niet echt opbeurend.

Uit de gezondheidsenquête van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid uit 2013 blijkt dat één Belg op vijf een probleem aan de rug signaleert. Eén Belg op acht heeft te kampen met nekproblemen. Wanneer de pijn ondanks de klassieke behandelingen blijft aanslepen, wordt aan sommige patiënten een rugoperatie voorgesteld, met de hoop tot volledige genezing te komen. In twee rapporten bekijkt het KCE of deze ingrepen bieden wat ze beloven.

Het eerste rapport gaat na of percutane vertebroplastie of ballonkyfoplastie efficiënter zijn dan een conservatieve behandeling bij wervelcompressiefracturen (VCF). Bij de chirurgische ingrepen wordt een soort cement ingespoten: bij vertebroplastie gebeurt de injectie rechtstreeks in de gebroken wervel, bij een kyfoplastie wordt eerst een ballonnetje in de ingedeukte wervel ingebracht en opgeblazen, waarna de holte met cement wordt opgevuld. Ook qua terugbetaling bestaat er een groot verschil tussen beide technieken. Het cement wordt in beide gevallen terugbetaald (82 euro), maar de kits voor vertebroplastie (500 euro) en kyfoplastie (4000 euro) worden niet terugbetaald. Het ereloon van de arts (300 euro) wordt terugbetaald bij kyfoplastie, maar niet bij vertebroplastie.

wervelkolom grUit studies blijkt dat er weinig verschil in outcome bestaat tussen beide technieken. Op korte termijn verlichten ze de pijn en verbeteren ze de levenskwaliteit, maar hetzelfde resultaat werd bekomen met een gesimuleerde interventie (inspuiting onder lokale verdoving). Het KCE pleit er dan ook voor om bijkomende studies uit te voeren om na te gaan welke subgroepen van patiënten echt baat hebben bij deze ingrepen. Het kenniscentrum pleit er verder voor om de terugbetaling van beide ingrepen gelijk te stellen.

In een tweede studie keek het KCE naar de volledige vervanging van cervicale of lumbale tussenwervelschijven. Tussenwervelprothesen zijn bedoeld ter vervanging van kraakbeenschijven tussen de wervels wanneer deze aangetast zijn en problemen veroorzaken, voornamelijk pijn aan de nek of de lage rug. Dit is een alternatief voor de klassieke behandeling van wervelfusie (arthrodese), waarbij twee of meer wervels aan elkaar gehecht worden met als doel de druk en de daarmee gepaard gaande pijn op de zenuwwortels te verlichten. Bij lagerugprothesen (1800 euro) betaalt het Riziv terug, bij prothesen voor de nek niet (2500 euro).

In theorie heeft de prothese het voordeel dat de wervels hun beweeglijkheid behouden. De onderzoekers vonden echter geen bewijs dat de prothesen beter zijn dan een wervelfusie. Ze verminderen weliswaar de pijn, maar niet meer dan de klassieke wervelfusie. Conclusie van het KCE: er zijn te weinig argumenten beschikbaar om terugbetaling te rechtvaardigen.


Voor meer info zie de rapporten 254a en 255a van het KCE