Oproepnummer 1733: een stand van zaken

27 nov 2014

In de Kamercommissie Volksgezondheid werden gisteren enkele pertinente vragen gesteld over de wachtdiensten door huisartsen. Zo stelde Valerie Van Peel een vraag over de stand van zaken in verband met het unieke oproepnummer 1733.

Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA) vroeg minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block hoever het staat met de invoering van een algemeen nummer 1733 voor de wachtdiensten.

telefoon gr"Uw voorganger, Laurette Onkelinx, verkondigde in de vorige legislatuur dat ze dit nummer vanaf 2014 zou invoeren. Dit zou weliswaar geleidelijk gebeuren, maar vandaag merken we dat dit qua termijn niet realistisch was. Ik deel de bezorgdheid van de Vlaamse huisartsen en pleit samen met hen voor een degelijke voorbereiding. We vernamen al dat u de invoering verschuift naar 2016. Welke concrete stappen zal u zetten om dit waar te maken?"

In haar antwoord wees de minister van Volksgezondheid erop dat de invoering van het oproepnummer 1733 in fasen verloopt. In de eerste fase worden de telefoonnummers van de huisartsenwachtdiensten geprogrammeerd binnen de telefonierobot van het project. De programmering gebeurt op basis van de postcode. Als de patiënt zijn postcode ingeeft, wordt de oproep automatisch doorgeschakeld naar het telefoonnummer van het desbetreffende wachtonderdeel. "Deze programmering vraagt overleg met de huisartsenkringen aangezien er voor bepaalde postcodes meerdere wachtonderdelen tussenkomen en er dus moet worden uitgemaakt welke oproep naar waar moet worden afgeleid." De uitrol van deze eerste fase gebeurde in West-Vlaanderen en eens het voldoende uitgetest is, kunnen de overige provincies snel volgen.

In een tweede fase worden de oproepen niet langer door de telefonierobot beantwoord, maar worden ze doorgestuurd naar een aangestelde binnen het hulpcentrum 112. Die beschikt voor deze taak over een specifieke handleiding met bevragingsprotocollen, te vergelijken met oproepen naar het nummer 100. De generieke bevragingsprotocollen zullen gevalideerd worden door wetenschappelijke organisaties als Domus Medica en de SSMG. Provinciaal worden deze protocollen in overleg met de huisartsenkringen ingevoerd en gepersonaliseerd op de realiteit van het terrein binnen de provincie. Zo ontstaan er lokale beheersprotocollen. Deze tweede fase is momenteel al actief in de regio rond Brugge, in heel de provincie Luxemburg en in een groot deel van de provincie Henegouwen. Onlangs startte ook een eerste kring in Namen en binnenkort komt er een bij in de provincie Luik.

"Om de uitrol van het project optimaal te sturen, is op alle niveaus in overlegplatforms voorzien. Zo werd er per taalgebied een projectcoördinator aangeduid. Deze coördinatoren zijn het aanspreekpunt voor de huisartsenkringen. Ongeacht de fase waarin het project zich in elke regio bevindt, zullen zij de vragen en opmerkingen van de kringen beantwoorden. Eens de tweede fase van het project start, start er ook een lokale projectgroep op. Ten slotte is er een federale stuurgroep die het dagelijks beheer van het hele project op zich neemt. De stuurgroep rapporteert aan het begeleidingscomité. Op alle genoemde niveaus zijn de huisartsen vertegenwoordigd", stelt Maggie De Block. "Ik wil ook benadrukken dat de huisartsenkringen nooit werden verplicht om in een fase of in het geheel mee te stappen."


Zie ook: 1733 - Triage: Advies aan de kringen

Dr. Koen Steel is voorzitter van het begeleidingscomité wachtactieplan/1733. Ook Dr. Roger Renders zetelt namens Domus Medica in dit comité.