Orde keurt deontologische regel over publiciteit goed

Het bureau van de Orde der Artsen keurde na overleg met de leden van de Nationale Raad op 23 april het artikel 37 van de Code van medische deontologie goed. Dat artikel bepaalt wat mogelijk is inzake publiciteit.

Het artikel 37 van de Code van medische deontologie regelt wat deontologisch mogelijk is op vlak van publiciteit en bestaat uit drie basisprincipes:

  • De arts mag zijn medische activiteit kenbaar maken aan het publiek.
  • De informatie, onder welke vorm ook, is waarheidsgetrouw, objectief, relevant, verifieerbaar, discreet en duidelijk. Zij is niet misleidend en zet niet aan tot overbodige medische prestaties.
  • De arts verzet zich tegen publiciteit die derden over zijn medische activiteit verstrekken en die de bepalingen van het vorige lid niet respecteert.

Het recht van de arts om reclame te maken is een gevolg van zowel Europese als nationale wetgeving. Het recht is echter niet absoluut en kent enkele duidelijke beperkingen ingegeven door de bescherming van de volksgezondheid. De wetgever gebruikt in de wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg een nieuwe terminologie. Er is niet langer sprake van ‘reclame’, maar wel van ‘praktijkinformatie’. Die wordt gedefinieerd als: “iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidsbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk”

Naast de wettelijke restricties legt de Orde der Artsen ook enkele deontologische beperkingen op. De gedeelde praktijkinformatie moet overeenstemmen met de regels van de medische deontologie. Bijzonder aandacht gaat daarbij naar de onafhankelijkheid, waardigheid en integriteit van het beroep en het beroepsgeheim.

De Orde legt meteen ook een lijst vast van zaken die niet zijn toegelaten:

  • Elke vorm van misleidende publiciteit
  • Vergelijkende honorariatarieven
  • Het aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen
  • Publicaties, conferenties en andere mededelingen zonder wetenschappelijk nut of die een commercieel oogmerk hebben
  • Publicatie van getuigenissen van patiënten
  • Communicatie van gegevens gedekt door het medisch geheim
  • Gebruik van een instrument om de bezoekers van een website buiten hun medeweten te identificeren of te profileren
  • Commerciële promotie van geneesmiddelen of andere gezondheidszorgproducten

Het staat de arts steeds vrij zijn provinciale raad advies te vragen over een project van professionele praktijkinformatie. 

Filip Ceulemans