In haar vorige vergadering besprak de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren de oriëntatienota van 28 november vorig jaar van de interkabinettenwerkgroep 'Chronische Ziekten' over een geïntegreerde visie op de zorg voor chronisch zieken in België. De Nationale Raad blijft waakzaam en wacht de definitieve teksten af.
De oriëntatienota die vorige vergadering op de tafel van de Nationale Raad van de orde lag, werd eind vorig jaar opgesteld in het vooruitzicht van een nationaal actieplan over de organisatie van de zorg voor chronisch zieken. Het document baseert zich op studies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), de Verenigde Naties en de Europese Unie en op het conceptueel model zoals het ontwikkeld werd door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Het doel van de tekst is een gecoördineerd en in de tijd gepland geheel van gepersonaliseerde, multidisciplinaire, evidence based zorg aan te bieden, zowel voor de routinezorg als voor de zorg die vereist is in een acute fase van de ziekte. Bovendien moet die zorg verleend worden in de minst restrictieve omgeving die klinisch aangewezen is, om de levenskwaliteit van de patiënt te verbeteren. Concreet stelt de nota drie actiepunten voor: de ontwikkeling van patiënt-empowerment, het multidisciplinaire patiëntendossier en een case manager.
Onder patiënt-empowerment verstaat men "het aanvaarden van de verantwoordelijkheid over het beheer van de eigen toestand en de aanmoediging om de eigen problemen op te lossen met behulp van informatie (geen directieven) van zorgverstrekkers". De patiënt is niet langer een passief en lijdzaam individu, maar wel een persoon die actief is in zijn eigen zorgproces, die greep wil houden op zijn eigen situatie en die de mogelijkheid wordt geboden om in overleg met de zorgverleners autonoom beslissingen te nemen.
Het multidisciplinaire patiëntendossier wordt voorgesteld als het basisinstrument voor de samenwerking in en coördinatie van de zorg. Op voorwaarde dat de patiënt zijn toestemming geeft, worden alle medische gegevens in één elektronisch dossier verzameld. De toegang tot het dossier wordt geregeld met respect voor de privacy van de patiënten. Zij beslissen zelf over het digitaal delen van hun medische gegevens aan zorgverstrekkers met wie ze een zorgrelatie hebben. Of er daarbij gewerkt wordt met een opting-in dan wel een opting-out procedure is momenteel nog niet duidelijk. Wel staat in de nota dat de arts een centrale rol speelt in het multidisciplinair overleg en in de ondersteuning van de patiënt.
Het derde grote begrip is dat van case manager. Zolang de patiënt zelfredzaam en zelfstandig is, beheert hij zelf zijn zorgprogramma. Lukt dat niet meer, dan komt de case manager op de proppen. Hij organiseert en coördineert zowel de medische als de niet-medische zorg. Opnieuw met deze opmerking dat de huisarts zijn centrale rol behoudt. De intensiteit en de duur van professioneel case management is individueel patiëntafhankelijk.
Met het principe dat de overheid grondig moet nadenken over de manier waarop met de steeds groeiende groep van chronisch zieken wordt omgegaan, heeft de Orde geen probleem. "De initiatieven die genomen worden, moeten evenwel de rechten van de patiënt eerbiedigen." Daarbij legt de Orde meteen de nadruk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en dan vooral de toegang tot zijn gezondheidsgegevens. "De doelstelling van het medisch geheim is het vrijwaren van het noodzakelijke vertrouwen van de patiënt in het gezondheidszorgsysteem om de toegang tot de zorg te bevorderen." De Orde ziet wel in dat het gebruik van moderne informatica noodzakelijk is om de nodige kwaliteit te bieden. "Het medisch geheim mag gen belemmering zijn voor een samenwerking en voor het gebruik van technologieën die voordelen opleveren voor de patiënt. Het moet worden toegepast in het belang van de patiënt." De Orde wijst er wel op dat de uitbreiding van de multidisciplinaire groep rond de patiënt met niet-medici, die ook toegang zouden hebben tot het medisch dossier, specifieke aandacht vereist.
Voor een meer definitieve stellingname wacht de Nationale Raad van de Orde op de definitieve teksten en de effectieve maatregelen die daarin voorgesteld worden. De Nationale Raad zal dan "al zijn aandacht besteden aan de eerbiediging van het medisch geheim en van de persoonlijke levenssfeer".