Patricia De Martelaere (1957-2009)

23 mrt 2009

Toen ik het overlijdensbericht van Patricia De Martelaere las, was ik diep getroffen. Ik kon me deze vrouw nog voortreffelijk voor de geest halen. Ze was komen spreken tijdens een Medisch Psychologisch Weekend in 1997 over: ‘Zeg maar…ik luister. Macht en onmacht van het woord.’

Volgens mijn verslag kon ze toen op een voortreffelijke manier het verschil uitleggen tussen de analytische en de continentale filosofie. In de continentale filosofie wordt meer belang gehecht aan de geesteshouding en in de analytische aan de taaldaad.

Patricia De Martelaere heeft aan de universiteiten van Brussel, Leuven en Tilburg wijsbegeerte gestudeerd. Ze vond van zichzelf dat ze een eenzame onderzoeker was. Ze had die eenzaamheid nodig, zei ze, om haar eigen denken te confronteren met dat van anderen en zo nieuwe pistes te verkennen. Zo kreeg ze bijvoorbeeld aandacht voor de raakpunten tussen filosofie en literatuur.

Ze schreef ook een aantal romans. In 1980 schreef ze haar eerste roman ‘Nachtboek van een slapeloze’. Maar het was vooral met ‘De schilder en zijn model’ (1989) en ‘Littekens’ (1990) dat ze in de literatuur doorbrak. ‘Littekens’ gaat over de verhouding tussen een studente geneeskunde en een oudere architect, waarbij liefde omslaat in haat. Zoals in de meeste van haar boeken is de dood een belangrijk thema.
Voor ‘Een verlangen naar ontroostbaarheid’ (1993) werd ze bekroond met de Gresshofprijs.

Lut De Deken

Literatuur :

Scoop  november 1997
De Standaard, 7 maart 2009.