Na de heisa van vorige week besliste de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid begin deze week om de federale overheidsdienst volksgezondheid te vragen een nieuw protocol uit te werken voor de vaststelling van het contingent nieuwe artsen.
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) liet vorige week weten niet zinnens te zijn meer Franstalige artsen te erkennen dan volgens de contingentering voorzien zijn. Ze reageerde zo op de vaststelling dat het toegangsexamen dat in het zuiden van het land wordt gedaan, volstrekt ontoereikend is om ook maar in de richting te gaan van het aantal artsen dat volgens het contingent een Riziv-nummer zou mogen krijgen. De reacties waren voorspelbaar: Franstalig België stond op zijn achterste poten en beschuldigde De Block van communautair opbod. Begin deze week kwam de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid samen voor een bijzondere vergadering en werd beslist dat de Planningscommissie medisch aanbod een nieuw voorstel moet uitwerken waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke situatie in bepaalde Waalse en Brusselse regio’s.
Intussen is er een welles-nietesspelletje aan de gang over de efficiëntie van het Franstalige toegangsexamen. Senaatsvoorzitter en MR-gezondheidsspecialist Jacques Brotchi beweerde dat de slaagcijfers vergelijkbaar zijn tussen het noorden en het zuiden van het land. In absolute aantallen klopt dat: 1154 Vlaamse studenten en 1138 Franstalige studenten slaagden in het toegangsexamen. Kijkt men naar de slaagpercentages, dan levert dat een volledig ander beeld op: 22,4% in Vlaanderen tegenover 40% in Franstalig België. Voor de 1138 Franstalige studenten die hun studies geneeskunde aanvatten, zijn er op het einde van de studies 505 Riziv-nummers ter beschikking.
Filip Ceulemans
