Telemonitoring, een vergoeding en de deontologie

5 nov 2012

Stel: een arts vindt dat telemonitoring noodzakelijk is voor de behandeling van een van zijn patiënten met hartfalen. Een bedrijf levert de toestellen, neemt de transmissie en de technische ondersteuning voor zijn rekening. De patiënt betaalt de firma hiervoor via een soort maandelijks abonnement. Van deze som stort het bedrijf een deel door aan de huisarts en aan de specialist als compensatie voor de supervisie en de reactie op het alarm van de thuismonitoring. Strookt dit met de medische deontologie?

orde grDeze vraag kreeg de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren door een provinciale raad voorgeschoteld. In zijn advies geeft de Nationale Raad aan dat telemonitoring van belang kan zijn voor bepaalde patiënten met hartfalen. Momenteel is hiervoor echter geen terugbetaling voorzien. De constructie zoals voorgesteld in de vraag van de provinciale raad kan volgens de Nationale Raad leiden tot een belangconflict tussen de verschillende partners. De conclusie van de Orde is dan ook dat deze regeling in strijd is met de regels van de medische deontologie. 

Als blijkt dat deze regeling toch wordt toegepast, dan is de Nationale Raad van mening dat een herziening van de financieringsvormen  en een verduidelijking van het juridisch kader van dit soort zorg noodzakelijk is. Wanneer telemonitoring noodzakelijk is, kan de arts zelf aan zijn patiënt een billijke vergoeding vragen voor het gepresteerde werk (supervisie en reactie op het alarm). Hij moet de patiënt dan wel vooraf informeren over de te nemen schikkingen bij alarm of bij dringende situaties. De arts neemt trouwens ook de taak op zich toe te zien of de firma de nodige waarborgen biedt rond de biotechnische veiligheid en het onderhoud van de monitors en de permanente beschikbaarheid van de geregistreerde signalen.