Menu

Het klinisch redeneren van artsen wordt beïnvloed door cognitieve biases of valkuilen. Daar gaan we vanuit, maar grootschalig bewijs voor de invloed van deze valkuilen is beperkt.

Preconceptiezorg in de eerste lijn, inclusief korte en intensieve voorlichting (niet noodzakelijk door een huisarts), aanvullende medicatie en dieetaanpassing, is effectief in het verbeteren van gezondheidskennis en het verminderen van preconceptierisicofactoren bij vrouwen, terwijl voor mannen het bewijs beperkt is. Of het de zwangerschapsuitkomsten kan verbeteren, is nog niet duidelijk.

Dat antibioticaresistentie een groeiend wereldwijd probleem is dat elk jaar miljoenen sterfgevallen veroorzaakt, is bekend. Dit probleem betreft meer dan alleen mensen en heeft ook te maken met dieren en het milieu. Zo is van fijnstofdeeltjes (‘particulate matter’) kleiner dan 2,5 micrometer (PM2,5) aangetoond dat ze ook verschillende antibioticaresistente bacteriën en genen kunnen bevatten.

Gerichte adviezen op het einde van het consult stellen huisartsen in staat om met een veilig gevoel een antibioticumvoorschrift achterwege te laten, ook op de huisartsenwachtpost.

Tijdens een consult kunnen huisartsen een plots opkomend alarmerend gevoel van alertheid ervaren ‘dat-er-iets-niet-klopt’ en dat actie noodzakelijk is. Dit buikgevoel is een vorm van niet-analytisch denken vanuit intuïtie, waarbij kennis en ervaring de basis vormen. Het gaat om een automatisch proces, onbedoeld, onbewust, oncontroleerbaar, efficiënt en snel.

Om de kans op COVID-19 te bepalen is het klinisch relevant het moment in de epidemie te kennen, maar ook de leeftijd, het geslacht, de risicofactoren, symptomen en vaccinatiestatus van de patiënt.

Uit eerder onderzoek blijkt dat het werken op de wachtpost invloed heeft op het antibioticavoorschrijfgedrag van de huisarts. De specifieke context van de wachtpost verschilt van de eigen praktijk door eerste en eenmalige contacten met de patiënt, tijdsdruk, het gevoel een andere professionele rol/identiteit te hebben, het ontbreken van follow-up, enzovoort. De meeste huisartsen hebben het gevoel dat hun drempel om voor te schrijven daardoor daalt.

De nieuwe maat ‘number needed to treat for net effect’ of NNTnet vat zowel de voor- als nadelen van een behandeling samen. Twee voorbeelden in verband met goed gebruik van antibiotica illustreren de toepassing van de NNTnet in de praktijk.

Antivirale middelen worden zelden voorgeschreven in de Europese eerstelijnszorg voor griepachtige aandoeningen. Overheden hebben ze wel massaal aangekocht en gestockeerd ten tijde van de Mexicaanse griep, ook in België.