Menu

Door het euthanasieproces krijgen patiënten vaker een ontwijkend of zelfs negatief antwoord van hun huisarts op de vraag naar euthanasie. Dat kan aanleiding geven tot een langdurig en pijnlijk proces met te lange wachttijden. Enkel collegiale samenwerking, tussen artsen en LEIFartsen, kan de schade herstellen die het proces heeft uitgelokt.

In 2020 daalde het aantal aangiftes van euthanasie voor het eerst: van 2444 gevallen in 2020 tegenover 2656 in 2019. Misschien is de verklaring deels te vinden in de coronacrisis, maar daarnaast is het niet ondenkbaar dat het assisenproces over de euthanasie van Tine Nys een impact heeft gehad. Zijn (LEIF)artsen terughoudender geworden?

Hoe is een klein landje als België erin geslaagd om zowel goed georganiseerde palliatieve zorg als de wettelijke mogelijkheid van euthanasie te voorzien? Zeker niet zonder slag of stoot. Zelfs vandaag wordt door sommige hardliners palliatieve zorg nog te graag uitgespeeld tegen euthanasie.

Een kwestie van wettelijke voorschriften Samenvatting Tal van heelkundige ingrepen kunnen op het eerste gezicht worden opgevat als inbreuken op de strafwet (‘opzettelijke slagen en verwondingen’). Zo valt ook euthanasie te definiëren als moord. Toch kunnen artsen voor het allergrootste deel van hun interventies niet worden vervolgd. De oorzaak van deze immuniteit is te vinden in de rechtsbronnen – wetgeving, rechtspraak en rechtsleer – waarin elementen zijn vervat die ertoe leiden dat artsen die ‘slagen en verwondingen’ toedienen of iemand ‘doden’, vrijuit gaan of met andere woorden ‘immuun’...