Menu

Acute hoest is een van de meest frequente redenen van contact in de eerste lijn. Het is aangetoond dat patiënten hiervoor met een antibioticum behandelen weinig tot geen effect heeft (ook niet bij patiënten met comorbiditeiten) en dat het meestal gaat om een zelflimiterende lage luchtweginfectie. Nochtans krijgt meer dan 50% van deze patiënten een antibioticum voorgeschreven.

Inleiding Lageluchtweginfecties (LLWI) zijn een belangrijke ziektelast en worden vaak behandeld met antibiotica. Doorgaans focust onderzoek naar het gebruik van antibiotica op de directe zorgkosten en houdt het geen rekening met de bredere implicaties van antimicrobiële resistentie. Deze studie ging na of antibiotica (voornamelijk amoxicilline) kosteneffectief zijn voor patiënten met LLWI en exploreerde tegelijkertijd de implicaties van het betrekken van de kosten gekoppeld aan resistentie.

Acute maar ongecompliceerde lageluchtweginfecties zijn een van de meest voorkomende acute presentaties in de huisartsenpraktijk waarvoor artsen vaak antibiotica voorschrijven. De meeste van deze infecties zijn viraal. Uit systematische reviews en ander onderzoek blijken antibiotica slechts een beperkt voordeel te bieden.

Een ongecompliceerde lageluchtweginfectie is de meest voorkomende acute aandoening in de westerse huisartsenpraktijk. De meeste patiënten krijgen hiervoor antibiotica, ook in landen waar weinig antibiotica worden voorgeschreven. Het voorschrijven van antibiotica door huisartsen is een van de belangrijkste factoren die resistentie in de hand werken.

Een lageluchtweginfectie (LLWI) is een van de meest voorkomende diagnoses. De meeste gevallen worden behandeld in de eerste lijn. Een uitgebreide diagnostische oppuntstelling voor alle patiënten is hier echter niet haalbaar en niet kosteneffectief. Daarom is het belangrijk te identificeren wie van de vele patiënten met tekenen van een LLWI vermoedelijk een ongewoon of langdurig ziekteverloop zal kennen.

In de eerste lijn worden antibiotica het meeste voorgeschreven voor acute hoest of een lageluchtweginfectie. Gebrekkige therapietrouw aan de voorgeschreven antibiotica vermindert echter de mogelijke gunstige effecten, verhoogt het aantal organismen resistent tegen antibiotica en verspilt middelen.

De meeste antibiotica voor systemisch gebruik worden in de eerste lijn voorgeschreven, met luchtweginfecties (LWI) en urineweginfecties (UWI) als meest voorkomende indicaties. Het effect van voorschrijven van antibiotica voor deze aandoeningen op antimicrobiële resistentie kan worden waargenomen bij de individuele patiënt en op praktijkniveau.

Om de antibioticaresistentie mee te helpen terugdringen werden tal van richtlijnen en interventies ontwikkeld om huisartsen aan te zetten om bij acute luchtweginfecties voorzichtiger om te springen met antibiotica. Het is vooralsnog niet duidelijk welke strategieën succesvoller zijn en waarom. Om dit te achterhalen kan kwalitatief onderzoek naar attitudes en ervaringen van huisartsen zinvol zijn.

Acute hoest is een van de meest voorkomende redenen om een huisarts te raadplegen en om in de eerste lijn antibiotica voor te schrijven. Artsen vragen hun patiënten vaak naar de kleur van het sputum en hoe ziek ze zich voelen om hun beslissing te onderbouwen om al dan niet een antibioticum voor acute hoest voor te schrijven.

Richtlijnen worden ontwikkeld om niet-wetenschappelijk onderbouwde variatie in de zorg te verminderen. Richtlijnen voor de behandeling van infecties zouden clinici moeten helpen om antibiotica voor te schrijven aan die personen die er het meeste baat bij hebben en om meer eerstekeuzeantibiotica voor te schrijven in de hoop dat dit zou leiden tot betere zorg en minder risico's voor de patiënt, en de inperking van antibioticaresistentie.