Menu

Zorg bieden voor patiënten die niet meer kunnen genezen, is één van de kerntaken van de huisartsenzorg. Vaak doen huisartsen dit als vanzelfsprekend, ingeweven in de dagelijkse zorg voor hun patiënten. Palliatieve zorg kent verschillende vormen, van eenvoudige bijstand en begeleiding tot gespecialiseerde ondersteuning naar het levenseinde.

Dertig jaar geleden betekende de opstart van de palliatieve netwerken en de multidisciplinaire mobiele begeleidingsequipes (MBE’s) een verschuiving in de palliatieve zorg. Huisartsen konden vanaf toen rekenen op experten in palliatieve zorg, wat een aanvulling was op de algemene, langdurige zorg die zij al op zich namen.

Ook in Vlaanderen ervaren huisartsen en verpleegkundigen zorgsubstitutie als een meerwaarde: boeiend werk, ruimte voor authenticiteit en solidaire werkbelasting. Een gedeelde praktijkvisie, praktijkprotocollen en structureel overleg zijn doorslaggevend voor een goed georganiseerde zorgsubstitutie in de huisartsenpraktijk.

Evidence-based medicine (EBM) combineert het best beschikbare wetenschappelijke bewijs met de wensen van de patiënt en de klinische expertise van de arts. In de praktijk is dit is belangrijk maar ingewikkeld.

Het ziekteverloop van patiënten met chronisch longlijden is gekenmerkt door een gestage en onverbiddelijke achteruitgang met acute exacerbaties. Personen met vergevorderd chronisch longlijden ervaren voornamelijk klachten als dyspneu, pijn, moeheid, angst en neerslachtigheid, wat leidt tot een slechte kwaliteit van leven in de laatste stadia van de ziekte.

Vroegtijdige zorgplanning is een communicatieproces tussen individuen, hun familieleden en zorgverleners waarmee competente patiënten hun toekomstige zorg en levenseindezorg kunnen plannen voor het moment dat ze zelf geen beslissingen meer kunnen nemen. Studies hebben aangetoond dat vroegtijdige zorgplanning de gesprekken over het levenseinde op gang brengt, de stress bij surrogaat beslissingsnemers doet afnemen, levensverlengende behandelingen vermindert die in strijd zijn met de voorkeuren van de patiënt en de kwaliteit van zorg bij het levenseinde verbetert.

De meeste palliatieve patiënten wensen thuis verzorgd te worden tot het overlij den. Om deze complexe taak tot een goed einde te brengen kunnen huisartsen een beroep doen op expert-verpleegkundigen van regionale palliatieve thuiszorgequipes.

In een palliatieve zorgsituatie kunnen huisartsen en palliatief verpleegkundigen van elkaar leren. in de literatuur wordt dit beschreven als ‘werkplekleren’. In dit proefschrift wordt nagegaan of het trainen van palliatief verpleegkundigen tot facilitator van werkplekleren voor huisartsen in de praktijk haalbaar is.

Goede palliatieve thuiszorg eindigt soms jammer genoeg met een niet-geplande ziekenhuisopname ten gevolge van een decompensatie van de mantelzorg. In dit artikel wordt beschreven wat de valkuilen zijn en hoe de huisarts de familie in deze taak kan ondersteunen.

Deze kwalitatieve studie gaat na hoe huisartsen in Vlaanderen sinds 2002 met legale euthanasie omgaan. Hoe bepalend hierin is de persoonlijke mening van de huisarts, de bestaande arts-patiëntrelatie en het individuele 'vermogen' om euthanasie praktisch toe te passen?