Week van de diëtist: preventie van het metabool syndroom

Van 18 tot en met 24 maart organiseert de Vlaamse beroepsvereniging van diëtisten naar jaarlijkse traditie de Week van de Diëtist. Dit jaar werd als thema gekozen voor ‘de preventie van het metabool syndroom’.

Metabool syndroom

Het metabool syndroom is een geheel van symptomen dat gepaard gaat met een verstoorde stofwisseling of metabolisme. Het omvat:

  • te grote buikomtrek, ≥94 cm bij mannen en ≥80 cm bij vrouwen
  • triglyceriden (een soort bloedvetten), ≥150 mg/dl of hiervoor reeds medicatie nemen
  • een laag niveau van goede HDL-cholesterol, <40 mg/dl bij mannen en <50 mg/dl bij vrouwen) of hiervoor reeds medicatie nemen
  • een hoge bloeddruk ≥130/85 mmHg of hiervoor reeds medicatie nemen
  • een hoge nuchtere bloedsuikerwaarde, ≥100 mg/dl of reeds in behandeling zijn voor diabetes type 2

Men lijdt aan het metabool syndroom wanneer minstens drie van de vijf waarden verstoord zijn. De kans op hart- en vaatziekten (zoals een hartinfarct, een beroerte, slagaderverkalking) is driemaal hoger dan bij andere personen, de kans om diabetes type 2 te ontwikkelen zelfs vijfmaal hoger.

Overgewicht is een belangrijke risicofactor. Toch kan men met overgewicht metabool gezond zijn, anderzijds kan men zonder overgewicht metabool ongezond zijn. Bepalend hiervoor zijn de levensstijl en de lichaamsbouw. Een ongezond eetpatroon, gebrek aan lichaamsbeweging en vetopstapeling ter hoogte van de buik verhogen het risico. Naarmate buikomtrek (meer dan 102 cm bij mannen, meer dan 88 cm bij vrouwen) en gewicht (BMI boven 30, obesitas) verder toenemen, stijgt het risico sterk. Vetweefsel ter hoogte van de buik produceert ontstekingsbevorderende stoffen die de gevoeligheid van de cellen voor insuline verminderen. Hierdoor ontstaan de symptomen die het metabool syndroom kenmerken. 

Ook familiale aanleg, leeftijd en geslacht spelen een rol. Het komt vaker voor bij mannen en stijgt met de leeftijd. Bij 55-plussers heeft ongeveer 4 op 10 mannen en 3 op 10 vrouwen te kampen met het metabool syndroom. Het risico verhoogt bij vrouwen na de menopauze. De laatste jaren is er een duidelijke toename als gevolg van een ongezonde levensstijl en vergrijzing van de bevolking.

Voorkomen is beter dan genezen! Soms zijn kleine aanpassingen aan de levensstijl en (indien nodig) een beperkt gewichtsverlies van 5 à 10% reeds voldoende om een positief effect vast te stellen op bloeddruk, bloedvetten en bloedsuikerwaarde. Gezonde voeding, een gezond gewicht, meer bewegen en rookstop kan het risico op diabetes type 2 tot 60% verlagen. Als we zien dat momenteel 1 op 12 Belgen diabetes type 2 heeft - voorspeld wordt 1 op 10 tegen 2040 - dan is het een grote uitdaging om deze evolutie terug te dringen. In welke mate men gezondheidswinst boekt, is uiteraard afhankelijk van de individuele beginsituatie. Extra beweging voor iemand die weinig beweegt, zal een belangrijk gezondheidsvoordeel bieden, voor iemand die al veel beweegt zal het voordeel veel kleiner zijn.

Gezondheidskompas

Preventie start met bewustwording. Het gezondheidskompas is hierbij een mooi hulpmiddel. Het werd ontwikkeld door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid i.s.m. de Diabetes Liga en de huisartsenvereniging Domus Medica. Het is een online vragenlijst [te raadplegen via www.gezondheidskompas.be] waarmee het risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2 kan getest worden. Op basis van het resultaat wordt een persoonlijk advies gegeven en wordt indien nodig doorverwezen naar de huisarts voor verdere opvolging. De huisarts kan verdere onderzoeken doen en motiveren tot aanpassen van de levensstijl. Risicofactoren gerelateerd aan het metabool syndroom heeft de patiënt voor een belangrijk deel in eigen handen, toch staat men er niet alleen voor. Naast artsen bieden andere zorgverleners professionele ondersteuning. Heeft men een duwtje in de rug nodig om meer te bewegen dan kan de huisarts doorverwijzen naar een bewegingscoach, voor rookstopbegeleiding naar een tabakoloog en voor voedingsadvies naar de diëtist. 

Taak van de diëtist

De diëtist zal veel aandacht besteden aan begeleiding en motivatie bij gedragsverandering, en stemt het advies steeds af op het individuele eet- en leefpatroon en op de voedingsbehoeften. Dit biedt de beste garantie op een duurzaam resultaat. De focus ligt vooral op gezondheid en levenskwaliteit, niet in de eerste plaats op het lichaamsgewicht. 

Gezond(er) eten is niet zo moeilijk, hoewel het wel vaak zo wordt voorgesteld. Ondanks het feit dat er een overvloed is aan informatie en meningen over voeding, is het advies ‘gezonde voeding’ doorheen de jaren zo goed als ongewijzigd. Adviezen worden immers pas bijgestuurd als de conclusie van verschillende studies eenduidig is en correct wetenschappelijk onderbouwd.

In een gezonde en duurzame voeding vormen plantaardige voedingsmiddelen (aardappelen, volkoren graanproducten, groenten en fruit) de basis voor elke maaltijd. Misvattingen en verwarrende boodschappen hebben ertoe geleid dat aardappelen en graanproducten - vooral brood – de laatste jaren minder gegeten worden. Ze zijn nochtans essentieel om in de energiebehoefte te voorzien. Wanneer deze voedingsmiddelen weggelaten worden bij de maaltijd of er wordt onvoldoende van gegeten, wordt vaker gegrepen naar calorierijke - soms minder gezonde - tussendoortjes. Wie veel tussendoor eet, eet vaak meer dan nodig en onevenwichtiger dan wanneer er gekozen wordt voor 3 volwaardige maaltijden.

Dierlijke voedingsmiddelen (vlees, vis, ei, melkproducten en kaas) volstaan in kleinere hoeveelheden. Afwisseling tussen rood vlees, gevogelte, vis, ei en een vegetarisch alternatief zoals peulvruchten of tofu wordt aanbevolen. Snoepgoed, gebak en koekjes, hartige snacks, alcohol en frisdranken zijn niet verboden, maar men kiest er best niet te vaak voor en neem er best niet te veel van. 

Een voeding die op deze manier wordt samengesteld, garandeert een voldoende inname van koolhydraten (zetmeel), voedingsvezels, eiwitten, vitamines en mineralen. Vetten (in het bijzonder de ongezonde verzadigde vetten), toegevoegde suikers en zout worden zo beperkt. Dit is niet onbelangrijk als men hart- en vaatziekten, ongewenste gewichtstoename en diabetes type 2 wil voorkomen.

De diëtist loodst de patiënt doorheen hypes en mythes over voeding en biedt concrete tips om gezond en lekker te eten. Doseren en variëren, het blijven belangrijke pijlers voor een gezonde voeding!

Week van de Diëtist

Tijdens de Week van de Diëtist zal gesensibiliseerd worden voor de problematiek van het metabool syndroom. De deelnemende diëtisten en hun acties vind je terug op de website van de Vlaamse beroepsvereniging van diëtisten (www.vbvd.be) en op de sociale media.

Veerle Huysmans,
docent bachelor Voedings- en dieetkunde Thomas More