Richtlijnen voor de diagnose, behandeling, opvolging en verwijzing van infecties met Chlamydia trachomatis (CT) in de eerste lijn

Auteurs
T. Cornelissen, R. Goemaes, P. Van Royen, M. Goossens
Publicatie datum
Status
Actueel

Samenvatting van de kernboodschappen

Klinisch beeld 

Een CT-infectie verloopt dikwijls asymptomatisch, maar volgende symptomen en tekenen kunnen voorkomen: 

  • Bij vrouwen: 
    • symptomen: verhoogde vaginale fluor, tussentijds of postcoïtaal bloedverlies, dysurie, pijn in de onderbuik, diepe dyspareunie; 
    • klinische tekenen: mucopurulente cervicitis met/zonder bloeding bij contact, bekkenpijn, slingerpijn. 
  • Bij mannen: 
    • symptomen: dysurie of verlies uit urethra, in sommige gevallen vergezeld van testiculaire pijn; 
    • klinische tekenen: verlies uit urethra. 
  • Bij pasgeborenen: 
    • symptomen: oogafscheiding en gezwollen oogleden, iets versnelde ademhaling en droge hoest; 
    • Klinische tekenen: conjunctivitis, nasofaryngeale infectie, pneumonie. 
  • Extragenitale CT-infecties ter hoogte van de keel geven weinig klachten. 
  • Extragenitale CT-infecties ter hoogte van de anus kunnen aanleiding geven tot proctitisklachten en komen vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). 

Diagnosestelling 

  • Gebruik de “Nucleid Acid Amplification Test” (NAAT) met staalafname urogenitaal, orofaryngeaal en anorectaal om bij asymptomatische en symptomatische (zwangere) vrouwen en mannen de diagnose van CT te stellen (GRADE 1B)
  • Bij asymptomatische en symptomatische : 
    • (zwangere) vrouwen gebeurt de staalafname bij voorkeur vulvovaginaal met een wisser (GRADE 1B)
    • mannen gebeurt bij voorkeur een afname van eerstestraalsurine (GRADE 1B)
  • Bij positief staal is geen confirmatietest nodig (GRADE 1C)
  • Doe zo nodig een nieuwe afname twee weken na een risicocontact wegens de “windowperiode” van twee weken (GRADE 2C)
  • De aanbevolen diagnostische test voor gonorroe is ook de NAAT. Dezelfde wisser of hetzelfde urinestaal kan worden gebruikt voor chlamydia (GPP)
  • Neem, naargelang het seksueel gedrag, een staal af op verschillende anatomische plaatsen. Verstuur deze stalen altijd afzonderlijk naar het laboratorium (GPP)
  • Na een positieve anorectale NAAT voor CT wordt altijd een bijkomende test voor LGV aanbevolen: 
    • bij MSM, ongeacht de symptomatologie of de hiv-status (GPP)
    • bij vrouwen met proctitisklachten (GPP)

Behandeling 

Wegens toenemende resistentie van Chlamydia spp. en N. gonorrhoeae voor macroliden zijn de aanbevelingen over de behandeling momenteel in herziening. In afwachting van een update van deze klinische vraag verwijzen we voor de behandeling van Chlamydia trachomatis en andere SOA's door naar de Belgische Gids voor Anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk: https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/documents/bapcoc_gids_antiinfectieuze_behandeling_2022.pdf

Zie ook Management van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen: wat is nieuw? | Domus Medica

Opvolging 

Bij zwangerschap 

  • Breng bij zwangere vrouwen met een diagnose van CT-infectie de gynaecoloog op de hoogte voor de verdere opvolging en de te nemen preventieve maatregelen (GPP)
  • Verwijs een zwangere vrouw met een CT-infectie dringend door in geval van klachten die een ongunstige invloed hebben op de zwangerschap (GPP)
  • Noteer een positieve CT-test in het dossier van zowel moeder als kind (GPP)

“Test of cure” 

  • Er is geen routinematige “test of cure” nodig bij een ongecompliceerde urogenitale of faryngeale CT-infectie (GPP)
  • Een “test of cure” is wel aanbevolen bij (GPP)
    • patiënten met een rectale infectie (chlamydia of LGV); 
    • alle zwangere vrouwen met een CT-infectie; 
    • wanneer bij urogenitale of faryngeale CT-infecties een alternatieve behandeling werd gebruikt; 
    • bij slechte therapietrouw of persisterende klachten (zowel mannen als (zwangere) vrouwen). 
  • De “test of cure” wordt bij voorkeur afgenomen minstens vier weken na het beëindigen van de behandeling (GPP)

Praktijkadviezen 

  • Test alle patiënten met een diagnose van CT op andere soi’s (GPP)
  • Een ongecompliceerde genitale CT-infectie is geen indicatie voor het verwijderen van een (hormoon)spiraal (GPP)
  • Tot 7 dagen na het beëindigen van de behandeling mogen de patiënt en zijn/ haar partner(s) geen (oraal) seksueel contact hebben (GPP)
  • Breng de (seks)partner(s) op de hoogte van de infectie, zodat zij zich ook laten testen en behandelen (GPP)
  • Informeer patiënten (en hun partners) over hun infectie, onder meer de transmissie, preventie, behandeling en complicaties. Mondelinge informatie wordt ondersteund door geschreven informatie of beeldmateriaal (wetenschappelijk onderbouwde websites en folders) (GPP)

Verwijzing 

  • Het kan zinvol zijn om voor mannen en niet-zwangere vrouwen specialistisch advies in te winnen of te verwijzen naar de tweede lijn (GPP) in geval van: 
    • aanhoudende klachten na behandeling van een CT-, LGV-infectie of bij complicaties OF 
    • een positieve “test of cure” na een eerstekeuzebehandeling OF 
    • optreden van artritis OF 
    • fertiliteitsvragen of -problemen. 
  • Start bij vrouwen met (een vermoeden van) PID in goede algemene toestand zo snel mogelijk de correcte antibioticabehandeling op (ambulant) en vraag zo nodig advies aan de gynaecoloog voor de behandeling, de follow-up of de verwijzing (GPP). Verwijs vrouwen met (een vermoeden van) PID bij wie de algemene toestand niet goed is onmiddellijk door naar het ziekenhuis voor opname en behandeling (GPP)
  • Verwijs een kind (van een moeder met een CT-infectie tijdens de zwangerschap of met een vermoeden van een CT-infectie) met een slechte algemene toestand (slechte gewichtstoename, ziek kind,…) in de eerste drie maanden postpartum door voor een CT-test en behandeling (GPP). Noteer een positieve CT-test bij de moeder ook in het dossier van het kind (GPP)