Minder extreem weer, geen zware griepepidemieën en de oversterfte ten gevolge van corona de voorgaande jaren zorgen er volgens Sciensano voor dat er in 2023 een ondersterfte van 2,5% werd vastgesteld.
In 2023 werden in België 110.334 sterfgevallen genoteerd, terwijl er op basis van het statistisch model 113.106 werden verwacht. Dat komt neer op een ondersterfte van 2,5%. De ondersterfte wordt vastgesteld in de meeste leeftijdsgroepen, maar is het meest uitgesproken bij personen tussen 65 en 84 jaar (-3%) en bij mannen (-3%, tegenover 1,5% bij vrouwen). Opmerkelijk is nog dat er ondersterfte was in Vlaanderen en Wallonië, maar niet in Brussel. De ondersterfte staat in schril contrast met aanzienlijke oversterfte de voorgaande jaren ten gevolge van Covid-19. Ondersterfte in deze grootteorde werd niet meer waargenomen sinds 2014.
Een aantal factoren bepalen of er onder- dan wel oversterfte is. Iets waar sinds 2020 steeds naar wordt gekeken, is de Covid-19-epidemie. Begin 2023 kende de negende golf (21 november 2022 tot 22 januari) haar einde en ging de tiende golf (23 januari tot 9 juli) van start. Hoewel monitoring van het rioolwater aantoont dat de circulatie van het virus hoog bleef, is de impact op sterfte eerder gering. Het virus is minder dodelijk en bovendien zijn er de voorgaande jaren heel wat slachtoffers gevallen.
In 2023 werd tweemaal de waarschuwingsfase van het hitteplan geactiveerd, maar al bij al bleef de hitte binnen de perken. In de twee periode werd slechts een geringe oversterfte vastgesteld. Voor de zomer in zijn geheel spoort de ondersterfte zelfs met het jaargemiddelde (-2,5%).
Een derde factor die vaak voor oversterfte zorgt, is de aanwezigheid van griepepidemieën. Het griepseizoen 2022-2023 liep van 5 december 2022 tot 26 maart 2023 en zorgde voor een relatief lage oversterfte (+3,2%), die echter voornamelijk werd vastgesteld in december 2022.
Filip Ceulemans