Angst om te vallen, is groot

In de Week van de Valpreventie (22 tot 28 april) vraagt de Vlaamse overheid meer aandacht voor een vaak onderschat probleem bij (oudere) patiënten: de angst om te vallen.

Ouderen met valangst hebben meer kans om te vallen. Meer dan de helft van de ouderen die al eens gevallen zijn, heeft valangst. Zelfs bij ouderen die nog nooit gevallen zijn, heeft 30 tot 50% angst om te vallen. De Week van de Valpreventie, die loopt van 22 tot en met 28 april 2019, roept ouderen op om valangst bespreekbaar te maken. Daar is nood aan, want een derde van de Vlaamse 65-plussers valt minstens één keer per jaar. Dit aantal is dubbel zo hoog bij bewoners in woonzorgcentra. Valincidenten kunnen gepaard gaan met letsels zoals heupbreuken. 40% van de patiënten overlijdt binnen de twaalf maanden na een val met een heupbreuk.

“Valangst zorgt ervoor dat ouderen net meer risico lopen om te vallen”, zegt professor Koen Milisen, voorzitter van het Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen. “De angst om te vallen kan namelijk zo groot zijn dat de oudere minder gaat bewegen, waardoor de spierkracht en het evenwicht afnemen. Hierdoor zal de oudere een ander stappatroon hanteren, waardoor de kans op een val net toeneemt. Zoals het gezegde luidt: rust roest.” Door valangst komen ouderen vaak in een negatieve spiraal terecht. Door minder te bewegen worden ze steeds afhankelijker van anderen. Hun zelfvertrouwen daalt en ze nemen minder vaak deel aan sociale activiteiten. Dit vergroot de kans op vereenzaming, depressie en verminderde levenskwaliteit.

“Om uit deze negatieve spiraal te geraken, adviseren we ouderen om over hun angst of bezorgdheid te praten, bijvoorbeeld met familie of vrienden, of indien nodig met de verpleegkundige of huisarts,” adviseert prof. Milisen. “Verder raden we ouderen aan om ondanks de angst om te vallen toch in beweging te blijven. Regelmatige beweging of een specifiek oefenprogramma bij de kinesitherapeut kunnen meer houvast geven.”

Filip Ceulemans