Artsen-in-opleiding leggen eisen op tafel

Het Haio Overleg Platform (HOP), de Vlaamse vereniging voor Artsen-Specialisten in Opleiding (Vaso) en het Vlaams geneeskundig StudentenOverleg (VGSO) leggen samen een memorandum op tafel voor de onderhandelaars van een nieuwe federale regering.

Normaal hernemen vandaag of morgen de gesprekken over de vorming van een nieuwe federale regering. Drie organisaties van artsen-in-opleiding leggen alvast hun eisenpakket op tafel. Dat is samen te vatten in vijf voor hen essentiële punten.

Op de eerste plaats staat het behoud van de federale contingentering van artsen. “Als Vlaamse artsen-in-opleiding vragen we om de contingentering onder geen beding los te laten. Naast de betaalbaarheid van de zorg en het tegengaan van overconsumptie willen wij hier voornamelijk de aandacht vestigen op de mogelijke gevolgen voor de kwaliteit van de opleiding”, aldus de artsen in opleiding. Ze dringen er dan ook stellig op aan om de gemaakte afspraken te honoreren aan beide zijden van de taalgrens. Het loslaten van de contingentering – ook voor enkele disciplines – biedt geen oplossing voor het probleem van de tekorten in bepaalde specialismen.

Een tweede essentieel punt voor de artsen-in-opleiding is het vastleggen van de wettelijke arbeidsvoorwaarden voor hun beroepsgroep. Momenteel heerst er een grote heterogeniteit en kunnen de verloningen sterk uiteenlopen. Hieraan gekoppeld pleiten de artsen-in-opleiding voor een opwaardering van hun sociaal statuut. Het initieel als tijdelijk aangekondigde sui generis statuut houdt intussen al 37 jaar stand. Ondanks beloften in het regeerakkoord van de regering Michel wijzigde het statuut niet. De gevolgen zijn vooral nefast voor de opbouw van pensioenen omdat die pas start na het aflopen van het statuut. Voor bepaalde specialismen betekent het dat de pensioenopbouw pas kan starten wanneer de arts ouder dan dertig jaar is. In het huidige statuut zijn ook werkloosheidsuitkering, ouderschaps- en palliatief verlof onmogelijk.

De hervorming van het ziekenhuislandschap door minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block heeft invloed op de opleiding van artsen. Het ontstaan van ziekenhuisnetwerken zorgt voor een concentratie van bepaalde zorg binnen het netwerk. De stageplaatsen zijn echter nog steeds verbonden aan een ziekenhuis en niet aan een netwerk. Het risico is daardoor groot dat toekomstige artsen slechts een beperkte pathologie onder ogen krijgen. De artsen-in-opleiding pleiten daarom voor de mogelijkheid om tijdens de stages te roteren binnen een ziekenhuisnetwerk. Dat komt een goede opleiding ten goede.

Ten slotte vragen de artsen-in-opleiding de oprichting van een centrale, onafhankelijke ombudsdienst. De stagemeester is zowel opleider als werkgever van de arts-in-opleiding, een duale rol die al meermaals tot conflicten leidde. Als werkgever bepaalt de stagemeester de modaliteiten waaronder de arts-in-opleiding werkt maar is hij ook verantwoordelijk voor een goed bestuur van zijn praktijk. De arts-in-opleiding speelt hierin een cruciale rol door het genereren van honoraria. Anderzijds is de rol als opleider en bewaker van een gedegen opleiding hier niet altijd mee te combineren. Zowel in opleidingsgerichte begeleiding maar ook emotionele ondersteuning tijdens een lange opleiding schiet men soms te kort. Hoewel organisaties als Dokters voor dokters en Arts in nood deels als vertrouwenspersoon optreden, zit de schrik voor represailles er vaak nog erg in waardoor bepaalde situaties niet worden aangekaart. 

Filip Ceulemans