Crevits niet te spreken over Franstalig ingangsexamen

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) toonde zich allerminst opgetogen over de manier waarop de Franstalige gemeenschap het toegangsexamen voor studenten geneeskunde organiseerde. Ze heeft hierover volgende week een gesprek met haar Franstalige tegenhanger Marcourt. 

In 2024 heeft Franstalig België recht op 586 artsen die een Riziv-nummer krijgen. Veel jaren nadat Vlaanderen van start ging met een toegangsexamen, besliste ook de Franstalige Gemeenschap vorig jaar voor het eerst een proef te doen alvorens studenten toe te laten tot de studies geneeskunde. Ook dit jaar werd zo’n proef georganiseerd. Het aantal studenten dat slaagde en dat dus de studies mag aanvatten (1138), staat echter in schril contrast met het aantal beschikbare plaatsen. “Onverantwoord beleid van de Franstalige gemeenschap”, meent Vlaams parlementslid Koen Daniëls (N-VA). In de commissie Onderwijs wilde hij van minister Crevits weten of ze haar Franstalige tegenhanger hierover zou interpelleren.

In haar antwoord maakte Crevits meteen duidelijk dat ze niet opgezet is met de manier van werken bezuiden de taalgrens. Ze stuurde haar collega al een brief waarin ze haar ongerustheid uit en volgende week is er een overleg gepland met het kabinet Marcourt. “Ik stel me de vraag wat het doel van dit toelatingsexamen is als het zich niet ent op de federaal bepaalde quota. Ook stel ik me de vraag hoe de federale overheid hierop zal reageren omdat deze houding de hele werking van de planningscommissie en de afspraken met betrekking tot de positieve en negatieve lissage onder druk kan zetten, of de Franstalige afspraken zou kunnen uithollen. Dit heeft inderdaad waarschijnlijk tot gevolg dat een groot gedeelte van de in het huidige academiejaar startende studenten niet zullen kunnen beschikken over een Riziv-nummer als ze afstuderen in 2024 en dus het beroep van arts niet zullen kunnen uitvoeren”, aldus de Vlaamse minister van Onderwijs. “Ik sluit me aan bij de verontwaardiging van de minister van Volksgezondheid en vind dit ongepast ten aanzien van de samenleving die toch heel wat energie steekt in de opleiding.”

Filip Ceulemans