FOD Volksgezondheid valt in de prijzen

De Federale overheidsdienst Volksgezondheid ontving maandag in de New York de prijs van de task force van de Verenigde Naties over de preventie en de bestrijding van niet-overdraagbare ziekten. Volksgezondheid kreeg de prijs voor de medewerking aan het FOOD-programma dat als bedoeling heeft evenwichtige voeding op het werk te promoten.

FOOD, wat staat voor Fighting Obesity through Offer and Demand, is een Europees programma waarbij openbare en privépartners samenkomen om een gemeenschappelijk doel te bereiken: de promotie van evenwichtige voeding tijdens de werkdag. Het programma is zowel op restauranthouders als op werknemers gericht, zodat die tijdens de lunchpauze een evenwichtig aanbod vlak bij hun werkplek kunnen genieten.

Het FOOD-programma werd in 2009 gelanceerd en telt momenteel 27 partners, in tien Europese landen. Het verenigt een netwerk van 520 000 restaurants die aangespoord worden om in hun menu een evenwichtiger en duurzamer aanbod op te nemen. Bijna zeven miljoen werknemers die Ticket Restaurant gebruiken, werden via verschillende campagnes gesensibiliseerd. In ons land zijn 1,2 miljoen werknemers bij het programma betrokken.

Via het programma ontwikkelden de Belgische partners, waaronder de FOD Volksgezondheid, diverse communicatietools zoals de tien aanbevelingen voor werknemers, waaronder “ik eet vijf stukken fruit en groente per dag”, “ik proef van mijn maaltijd alvorens ik er zout op doe”, “ik hoef niet elke dag vlees” en de tien aanbevelingen voor restauranthouders zoals “op verzoek bied ik kraantjeswater aan”, “ik zet geen zout op tafel” en “ik bied groenten aan als garnituur en fruit als dessert”. Voorts organiseert Volksgezondheid opleidingen over evenwichtige voeding voor de restauranthouders en de werknemers van verschillende grote Belgische ondernemingen. 

De inspanningen leveren blijkbaar resultaat op. Volgens de laatste bevraging van FOOD was 44% van de bevraagde Belgische restauranthouders van oordeel dat klanten op zoek gaan naar en waardering hebben voor een aanbod aan evenwichtige maaltijden. Dat is het hoogste cijfer van alle bevraagde landen (het Europese gemiddelde ligt op 31%). Bovendien observeerde 34% van de Belgische restauranthouders een verhoging van de vraag naar evenwichtige maaltijden (30% Europees gemiddelde). In 2016 was dit slechts 17%. Aan werknemerszijde is de nutritionele kwaliteit van de maaltijden belangrijk (of zelfs zeer belangrijk) voor 74% van de bevraagden als ze tijdens hun middagpauze op restaurant gaan (Europees gemiddelde: 77%). 50% van de ondervraagde Belgische werknemers bevestigt dat ze aandacht besteden aan de evenwichtigheid van hun lunch. Een cijfer dat elk jaar stijgt: in 2016 was dat slechts 37%.

Filip Ceulemans