Inzage in medische gegevens

5 mrt 2020

De Nationale Raad van de Orde der artsen bracht een advies uit over de inzage in de medische gegevens van een persoon door een arts die zijn gezondheidstoestand dient te beoordelen.

De opdrachten voor de beoordeling van de gezondheidstoestand van een persoon door een verzekeringsarts zijn verscheiden. De toepassing van de regels varieert naargelang de aard van de opdracht waarmee de arts is belast en van de persoon die hem mandateert. Is de expertise uitdrukkelijk bij wet geregeld, dan dient daar uiteraard mee worden rekening gehouden.

Wordt de arts gemandateerd door de persoon wiens gezondheidstoestand moet worden beoordeeld, dan bezorgt die hem de stukken noodzakelijk voor de expertise. De patiënt kan dat toevertrouwen aan een vertrouwenspersoon. Dat gebeurt door een geschreven document dat de aangewezen arts bij zijn verzoek voegt om een afschrift te ontvangen. Dit document preciseert de noodzakelijkheid van de gegevens voor de expertise. Wijst een persoon zijn behandelende arts aan als vertrouwenspersoon, dan mag die enkel de gezondheidsgegevens gebruiken waarvoor de patiënt hem uitdrukkelijk toestemming geeft alvorens ze aan de andere partij(en) te bezorgen. Het medisch onderzoek dat voorafgaat aan het sluiten van een verzekeringsovereenkomst van de sector leven (levensverzekering, schuldsaldoverzekering, gewaarborgd loon), is een verrichting die gevraagd en vergoed wordt door de verzekeringsmaatschappij. Het is dan ook raadzaam dat de behandelend arts deze opdracht niet aanvaardt.

Wanneer de arts gemandateerd wordt door een andere partij (private verzekeringsmaatschappij) dan de persoon wiens gezondheidstoestand beoordeeld wordt, bezorgt de te onderzoeken persoon hem de stukken nodig voor de expertiseopdracht (eventueel via zijn bijstandsarts of zijn advocaat). De arts die belast is met een expertiseopdracht, mag zich via de netwerken geen rechtstreekse inzage verschaffen in de gezondheidsgegevens van een persoon die hij moet onderzoeken. Op vraag van de persoon wiens gezondheidstoestand beoordeeld wordt, geeft zijn behandelend arts zelf de medische gegevens door aan de arts belast met de evaluatieopdracht. De behandelend arts heeft vooraf aan zijn patiënt meegedeeld welke informatie gevraagd werd door de arts belast met de evaluatie en heeft de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt verkregen voor het doorgeven van zijn gezondheidsgegevens. De medische deontologie verbiedt om de rol van zorgverlener met een therapeutische relatie en de beoordeling van de gezondheidstoestand van eenzelfde patiënt tegelijk uit te voeren wanneer deze aanvraag uitgaat van een derde. De grondslag van de therapeutische relatie is het vertrouwen. Door de vertrouwelijke mededelingen van zijn patiënt en de inlichtingen vernomen tijdens de therapeutische relatie te gebruiken voor een beoordeling in opdracht van een derde, beschaamt de arts dit vertrouwen.

De arts-gerechtsdeskundige aangesteld door de rechtbank, ontvangt de stukken die de betrokken partijen overleggen. Hoewel de vragende partij haar schade dient te bewijzen, behoudt ze de vrije beoordeling van de stukken die ze hiervoor aanwendt. De persoon op wiens gezondheidstoestand de expertise betrekking heeft, kan aan de expert toestemming geven om bij de met naam aangewezen derden (al dan niet artsen) de objectieve medische gegevens te verzamelen die rechtstreeks verband houden met het precieze doel van de expertise. Het schriftelijke akkoord van de patiënt en de beschikking van de rechter die de opdracht van de deskundige preciseert, dienen gericht te worden aan de derde aan wie gevraagd wordt stukken door te geven. Indien er beslag gelegd wordt op het medisch dossier, kan de verzoekende overheid, indien ze het nuttig acht, de arts-gerechtsdeskundige toelaten het te raadplegen. In dit geval is de toestemming van de betrokken persoon niet vereist.

Onlangs berichtten media over de onwettige inzage door artsen in elektronische medische dossiers. De Nationale Raad wijst erop dat de artikels 43 en 44 van de Code van medische deontologie dit probleem regelen. Indien een arts persoonsgegevens over de gezondheid in een medisch dossier wenst in te kijken, is steeds de toestemming van de patiënt vereist. Ontbreekt de toestemming, dan wordt de persoonlijke levenssfeer van de patiënt geschonden. Het strafwetboek voorziet straffen voor diegene die zich toegang verschaft tot een informaticasysteem terwijl hij er niet toe gemachtigd is.

Filip Ceulemans