Is persoonlijke notitie nog van deze tijd?

9 mei 2019

Tijdens de zitting van 27 april bracht de Nationale Raad van de Orde der Artsen een advies uit over de persoonlijke notities van een arts in een medisch dossier.

Het advies van de Nationale Raad begint met de vaststelling dat de Wet op de Patiëntenrechten van 2002 geen definitie geeft van de persoonlijke notities. Tijdens de voorbereidende debatten in de Kamer werd wel opgemerkt dat het hier gaat om aantekeningen die de arts afzonderlijk opbergt en die voor anderen – zelfs voor andere leden van de zorgequipe – nooit toegankelijk zijn. De aantekeningen zijn er enkel voor persoonlijk gebruik door de arts. Hoewel de aantekeningen dus deel uitmaken van het medisch dossier, kan de patiënt ze niet inzien of er een afschrift van krijgen. Zelfs niet als de patiënt zelf arts is. Oefent de patiënt zijn recht op inzage uit door tussenkomst van een vertrouwenspersoon die zelf een beroepsbeoefenaar is, heeft deze wel toegang tot de persoonlijke notities van de arts.

e Nationale Raad stelt wel duidelijk dat het concept ‘persoonlijke notities’ niet mag worden misbruikt om gegevens op te bergen waarvan de patiënt uitdrukkelijk verzoekt deze niet door te geven aan andere zorgverstrekkers. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor vertrouwelijke mededelingen over bijvoorbeeld intimiteit. In de gegevens die hij zelf toevertrouwde, heeft de patiënt inzage. Dit zijn dus geen persoonlijke notities.

Persoonlijke notities mogen ook niet worden verward met gegevens over de gezondheid van de patiënt die hem, uitzonderlijk, niet meegedeeld worden in geval van klaarblijkelijk risico op ernstig nadeel voor zijn gezondheid (therapeutische uitzondering). De toepassing van de therapeutische uitzondering vereist namelijk verplicht dat de arts hierover een andere beroepsbeoefenaar heeft geraadpleegd en de eventuele vertrouwenspersoon van de patiënt ervan op de hoogte brengt.

Meer dan vijftien jaar na de inwerkingtreding van de Wet op de Patiëntenrechten blijven er vragen bestaan over de informatie die bestempeld kan worden als persoonlijke notities zoals de wet het voorziet. De Nationale Raad wil geen exhaustieve lijst geven van wat hieronder valt, maar wil wel aanbevelingen geven. De Nationale Raad is van mening dat de gegevens over de fysieke of psychische gezondheid van de patiënt en de gegevens waarop de arts de zorg die hij aan de patiënt verstrekt (onderzoek van de gezondheidstoestand, uitwerken en opvolgen van de diagnose en de behandeling, preventie) niet betiteld kunnen worden als persoonlijke notities. Behalve in het geval van therapeutische uitzondering is het niet denkbaar dat dergelijke gegevens niet toegankelijk zijn voor de patiënt. Ook informatie die nuttig is voor de continuïteit van de zorg of voor de behandeling van de patiënt door een andere arts is geen persoonlijke notitie. Dat geldt ook voor informatie over de gezondheid van de patiënt verkregen van een andere zorgverstrekker.

Het opmaken van het medisch dossier, waarvan de persoonlijke notities deel uitmaken, moet gekenmerkt worden door nauwkeurigheid en de waardigheid van de patiënt eerbiedigen. De Nationale Raad bepleit dan ook dat de arts subjectieve overwegingen met betrekking tot de patiënt die niets te maken hebben met de anamnese of de behandeling achterwege laat. Ten slotte stelt de Nationale Raad zich de vraag of het begrip persoonlijke notitie nog wel van deze tijd is op een moment dat er een verschuiving aan de gang is van monodisciplinaire praktijken naar multidisciplinaire samenwerking.

Filip Ceulemans