Pleidooi voor universeel toegankelijke eerstelijnsgezondheidszorg

14 nov 2012

Reactie op uitspraak van minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx in verband met financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg

In het artikel 'Verband tussen gezondheid en armoede is er al voor geboorte' van 12/11/2012 lezen we dat minister Onkelinx geen voorstander is van een algemene toepassing van de derdebetalersregeling bij de huisarts (regeling waarbij de patiënten ter plaatse enkel het remgeld moeten betalen) omdat 'mensen zich bewust moeten blijven van de effectieve kost van een doktersbezoek en deze maatregel zou leiden tot een overconsumptie'.

Vanuit de Vereniging voor Wijkgezondheidscentra, de Huisartsenvereniging Gent, het Huis voor Gezondheid, de Brusselse Huisartsenkring, Huisartsenvereniging Antwerpen Centrum en Domus Medica willen wij erop wijzen dat het niet bewezen is dat een uitbreiding van de toepassing van de derdebetalersregeling zou leiden tot overconsumptie. Wij pleiten voor een universeel toegankelijke eerstelijnsgezondheidszorg, onder andere door het wegnemen van financiële drempels. Dit komt niet alleen ten goede aan de patiënt, maar ook ten goede aan de uitgaven in de gezondheidszorg. Een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (Vergelijking van de kost en kwaliteit van twee financieringssystemen voor de eerstelijnsgezondheidszorg in België, 2008, KCE reports 85A) toont immers aan dat een toegankelijk aanbod op de eerste lijn bijdraagt tot een kostenbesparing van de gezondheidszorg omdat patiënten zich minder snel zullen wenden tot de duurdere zorgverstrekkers op de tweede lijn.

Een financieel toegankelijke eerste lijn zal er dus niet toe leiden dat mensen te veel naar de huisarts gaan (wie gaat er voor zijn/haar plezier naar de dokter?) maar wel dat de zorg op tijd en op het meest kostenefficiënte niveau wordt verstrekt. Eerder dan overconsumptie in de hand te werken werkt het een onderconsumptie weg van mensen die soms een raadpleging uitstellen om financiële redenen. Een algemene toepassing van de derdebetalersregeling voor patiënten met een globaal medisch dossier (GMD) is een manier om dit te realiseren, naast het forfaitair betalingssysteem dat onder andere in de wijkgezondheidscentra wordt toegepast en waarbij de patiënt niet betaalt voor de consultatie dankzij een rechtstreekse financiering van deze centra door de ziekenfondsen.

De huidige weinig transparante regelgeving waarbij sommige groepen er wel en anderen er niet van kunnen genieten, legt het initiatief bij de patiënten (men moet het weten en durven vragen) en de last bij de artsen (zeer veel administratieve rompslomp en laattijdige betaling). Een universeel recht om zonder drempel de eerstelijnszorg te raadplegen en een vlotte elektronische betaling door de mutualiteit zouden een echte verbetering betekenen voor patiënten en huisartsen.

Deze uitspraak van minister Onkelinx getuigt van een gebrek aan inzicht in de dagelijkse realiteit van alle huisartsen en zorgverstrekkers, die zich inzetten om de derdebetalersregeling toe te passen binnen hun praktijk ondanks de extra administratie die dit systeem momenteel met zich meebrengt. Op die manier trachten de huisartsen te werken aan een gezondheidszorg, toegankelijk voor iedereen. Ondersteuning vanuit het beleid zou hierin meer dan welkom zijn.

Lily Willems, huisarts - voorzitter Huisartsenvereniging Gent

Bruno Art, huisarts - voorzitter Vereniging van Wijkgezondheidscentra

Caroline Verlinde - directeur Huis voor Gezondheid Brussel

Sumio Yoshimi, huisarts - voorzitter Brusselse Huisartsenkring

Bram Spinnewijn, huisarts - Huisartsenvereniging Antwerpen Centrum

Maaike Van Overloop, huisarts - voorzitter Domus Medica