Titel sportarts ‘beschermd’

15 mrt 2012

Hoewel sportgeneeskunde in ons land geen erkend medisch specialisme is en het Riziv geen afzonderlijke of specifieke nomenclatuur heeft voor sportartsen, mag toch niet iedereen zich beroepen op de titel van sportarts. Dat stelt de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren in een recent advies.

Mag iemand, zonder een specifieke opleiding te hebben gevolgd, zichzelf aanprijzen en afficheren als sportarts? Neen, zegt de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren in een advies dat dateert van begin deze maand. Nochtans is sportgeneeskunde in België geen erkend medisch specialisme. De Orde verwijst in zijn advies naar een besluit van de Vlaamse regering uit 2008 en naar het decreet van 2007 over medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening, waarin Vlaanderen aangeeft welke diploma’s, getuigschriften en andere attesten in de sportgeneeskunde nodig zijn om de functie van sportarts in sportorganisaties en sportfederaties te bekleden. In deze teksten geeft de Vlaamse regering ook aan aan welke voorwaarden een keuringsarts van een sportmedisch centrum, als controlearts of als toezichthoudende arts bij een sportclub moet voldoen.

De functie van keuringsarts is voorbehouden voor artsen die de bijkomende opleiding van master-na-master sportgeneeskunde volgden aan de VUB of aan de KU Leuven. De VUB werkt voor deze opleiding samen met de UGent en de Universiteit Antwerpen. Aan de UGent kan men tevens het getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde behalen, een opleiding van één jaar die georganiseerd wordt in samenwerking van de Universiteit Antwerpen. Bezitters van deze master of van het getuigschrift kunnen een erkenning van keuringsarts aanvragen bij het Vlaamse ministerie van Sport.

‘Een arts mag zich slechts beroepen op de titel van sportarts in zoverre hij bijzondere bekwaamheden kan laten gelden die door onder andere deze opleiding worden bewezen’, besluit de Nationale Raad van de Orde.

Filip Ceulemans