Voka: “Ons zorg- en welzijnssysteem moet radicaal anders”

Andere landen steken ons voorbij in structurele hervormingen van welzijn en zorg. Om opnieuw tot de top te behoren moeten we ons systeem omkeren: van volume (zoveel mogelijk bedden vullen) naar meerwaarde (de beste zorg op de beste plaats op het beste moment door de beste professional). Dat zegt Pieter Van Herck, senior adviseur Welzijns- en gezondheidsbeleid van Voka.

Om de ommekeer te realiseren stelt Voka bij monde van Pieter Van Herck een driedubbele shift voor:

  1. Hou mensen uit het ziekenhuis: Nog al te vaak schiet de zorgmachine pas in gang wanneer een patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis. Dan worden foto’s genomen en specialisten geraadpleegd. Hoewel het niet altijd de beste uitkomst geeft, kost het wel een pak geld. Een ‘value based-zorgsysteem’ moet voorkomen dat de burger in het ziekenhuis belandt. Het ziekenhuis zou enkel een schakel mogen vormen in een geïntegreerd zorgsysteem. Interdisciplinaire praktijken moeten daarom worden gestimuleerd. Voorts kunnen nieuwe tussenschakels binnen en tussen welzijn- en zorgorganisaties de verschuiving van middelen faciliteren. Een voorbeeld hiervan is ‘hospital at home’. Ook hooggespecialiseerde centra (one-stop shop) kennen een grote meerwaarde.
  2. Zet meer in op preventie: Gezondheidszorg bepaalt slechts 10% van onze gezondheid. Verandering in leefomstandigheden (hygiëne, waterzuivering) droeg in de vorige eeuw meer bij tot gezondheid dan het zorgsysteem. Gedrag, genen en sociaal welzijn hebben elk een grotere impact op onze gezondheid dan zorg. Daarom moeten we veel meer inzetten op het voorkomen van langdurige aandoeningen en het beheersen van hun progressie. Daarom pleit Voka voor de invoering van een model als ‘choosing wisely’. Dat is een conversatieplatform tussen burgers, zorgverstrekkers en experten dat in 2012 begon als een initiatief van de American Board of Internal Medicine. Het helpt specialisten om overeen te komen over lijsten van interventies die meer omzichtig moeten worden gebruikt omdat ze vaak onnodig en mogelijk schadelijk zijn. Via zo’n platform kunnen best practices via wetenschappelijke verenigingen en experts bottom-up naar boven komen om de juiste zorg op de kaart te zetten.
  3. Betaal voor kwaliteit: Onderzoek wijst uit dat het huidige financieringsmodel per prestatie preventie afremt, tot fragmentatie leidt en aanzet tot hogere volumes en ongepaste zorg. Voka wil het betalingsmodel omdraaien en gebruikmaken van een grotere vaste component (‘global payment’) met daar bovenop bonussen (‘pay for quality’) en terugverdieneffecten. Dat kan positief zijn in het geval van efficiëntiewinsten en negatief in het geval van budgetoverschrijding. Dit geldt ook voor de honoraria van de zorgverstrekkers.

Vlaanderen kan hier volgens Voka een voortrekkersrol spelen bij de uitwerking van de eigen resultaatsgebonden welzijnsfinanciering. Voorts moet Vlaanderen de motor van verandering worden via het erkennings- en kwaliteitsbeleid en via het investeringsbeleid. Federaal moet dringend werk worden gemaakt van een ziekenhuisfinanciering gebaseerd op één prospectief globaal budget. Voka vindt ten slotte dat de gezondheidszorg zo snel mogelijk moeten worden ingekanteld in het Vlaamse beleidsniveau.

Filip Ceulemans