Themadossier preventie van zelfdoding

Elke dag overlijden in Vlaanderen ongeveer 3 mensen door zelfdoding, en ondernemen 25 mensen een poging tot zelfdoding (Cijfers over suïcides en suïcidepogingen | Zelfmoord 1813 ).Als vertrouwensfiguur worden huisartsen vaak als eerste hulpverlener geconfronteerd met veranderingen in het psychisch functioneren van patiënten.  

Met betrekking tot zelfdoding liggen de belangrijkste taken van de huisarts erin signalen van suïcidaliteit te herkennen, dit bespreekbaar te maken met de patiënt, de suïcidaliteit te gaan exploreren, de veiligheid helpen bevorderen, gepaste zorg op gang brengen en continuïteit van zorg voorzien. 

Het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP) - partnerorganisatie van de Vlaamse Overheid in Suïcidepreventie - ontwikkelde de wetenschappelijke onderbouw en materialen om huisartsen in elke fase te ondersteunen. Alle info hieronder kan geraadpleegd worden via: Suïcidepreventie in de huisartsenpraktijk | Zelfmoord 1813

EVIDENCE BASED RICHTLIJNEN

Multidisciplinaire richtlijn detectie en interventies bij suïcidale gedachten en gedrag 

De multidisciplinaire richtlijn rond detectie en interventies bij suïcidale gedachten en gedrag is bedoeld voor artsen, psychologen, therapeuten en verpleegkundigen binnen de gezondheidszorg. De richtlijn bevat aanbevelingen om concreet hulpverlenend te handelen rond de volgende thema's: 

  • Detecteren en bespreken van suïcidaliteit. Praten over suïcidaliteit is noodzakelijk aangezien dit suïcidale gedachten kan doen afnemen en na een suïcidepoging de kans op een nieuwe poging verkleint. Om suïcidaliteit te exploreren kan gebruik gemaakt worden van de tool LOES (Leidraad Opvang en Evaluatie Suïcidaliteit). Loes biedt een aanzet tot het invullen van de risicoformulering en het Safety Plan, twee belangrijke methodieken die je als huisarts kan gebruiken bij het begeleiden van een suïcidale patiënt. 

  • Interventies om suïcidaliteit te behandelen zoals het Safety Plan

  • Wat te doen na een suïcidepoging.

  • Wat te doen na een suïcide, postventie, met ook aandacht voor zelfzorg hierbij. 

  • Hoe een suïcidepreventiebeleid opstellen.

Leidraad zorgcontinuïteit voor suïcidale personen 

De leidraad biedt aanbevelingen en tools ter verbetering van de continuïteit van zorg voor suïcidale personen. Centraal staan de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen verschillende zorginstanties en de follow-up van suïcidale personen. 

Richtlijn suïcidepreventie bij ouderen  

Ouderen vormen een belangrijke risicogroep voor het ontwikkelen van zelfmoordgedachten en voor het overlijden door suïcide. Sterftecijfers in Vlaanderen en daarbuiten tonen dat zelfmoord meer voorkomt bij ouderen van 70 jaar en ouder dan bij andere leeftijdsgroepen. De richtlijn bevat praktijkadviezen voor hulpverleners. Vooral oudere mannen zijn hierbij een belangrijke risicogroep waarbij verhoogde aandacht voor vereenzaming, sociaal isolement en andere signalen vanuit de huisarts belangrijk zijn.  

Suïcidepreventie bij kinderen en jongeren 

Ondanks wat soms gedacht wordt, hebben ook kinderen en jongeren te kampen met suïcidegedachten en komen er ook suïcidepogingen voor op jonge leeftijd. De adolescentie is een cruciale periode in de ontwikkeling van mogelijke suïcidegedachten. Ook bij hen is het dus belangrijk om het onderwerp te bespreken en te exploreren en uitingen van zelfmoordgedachten serieus te nemen. 

Suïcidepreventie bij mensen met autisme 

Bij mensen met autisme is er een erg hoge prevalentie van suïcidegedachten en ook suïcidepogingen, hoger dan het gemiddelde in de algemene bevolking. Signalen kunnen zich op een andere manier presenteren. De diagnose van autisme kan ook een belangrijke rol spelen. Preventie is mogelijk en hard nodig. 

Omgaan met langdurige suïcidaliteit 

(in ontwikkeling) 

Op de website SP-reflex vind je de richtlijnen terug, alsook de geaccrediteerde e-learning modules rond suïcidepreventie voor hulpverleners. De e-learning modules bevatten casuïstiek en oefeningen om te leren hoe je de richtlijn als hulpverlener in de praktijk omzet. 

TOOLS EN CONSULTONDERSTEUNING

Risicoformulering 

VLESP heeft een tool voor risicoformulering ontwikkeld en de richtvragen van LOES bieden ondersteuning om deze tool in te vullen. Aan de hand van deze tool kan je de suïcidaliteit grondig exploreren. 

Leidraad Opvang en Evaluatie Suïcidaliteit (LOES) 

LOES is een tool ontworpen om hulpverleners in verschillende settings te ondersteunen bij de eerste psychosociale opvang en evaluatie van iemand die een suïcidepoging ondernam of kampt met suïcidale ideatie. Het gaat om een semigestructureerd interview waarmee risicofactoren en zorgbehoeften in kaart worden gebracht en een handleiding die het gebruik faciliteert. LOES biedt een aanzet tot het invullen van de risicoformulering en biedt tenslotte de mogelijkheid om het Safety Plan te introduceren. LOES kan worden afgenomen bij volwassenen en bij jongeren vanaf 12 jaar.  

LOES werd geïntegreerd in het EMD aan de hand van een e-form en kan dus als bijlage vanuit het patiëntendossier worden doorgestuurd.  

Op 1 februari 2024 volgt er nog een webinar voor huisartsen over LOES via Domus Medica.  

Safety Plan  

Het is sterk aangewezen om samen met de patiënt een Safety Plan op te maken. Het kan de patiënt leren om stap voor stap een suïcidaal proces te herkennen en een mogelijke crisis te voorkomen of te overbruggen. Het invullen en afdrukken van het plan kan hier

Visuals voor kinderen en jongeren bij gesprek over suïcidaliteit

De PowerPoint met visuals helpt je op weg om zelfdoding en Safety Planning met kinderen en jongeren te bespreken. 

Steekkaart ter preventie van zelfdoding 

Samen met het VLESP ontwikkelde Domus Medica een leidraad voor de praktijkvoering, steekkaart ter preventie van zelfdoding.  

Patiënten informatie 

https://www.zelfmoord1813.be/ik-heb-hulp-nodig/zelfhulp-en-advies 

De Zelfmoordlijn is bereikbaar via telefoon (24/7 – 1813), via chat (dagelijks van 17u tot middernacht via zelfmoord1813.be) en via mail. 

Na een zelfmoordpoging: Gids voor naasten 

Werkgroep Verder voor nabestaanden 

Gids na zelfdoding 

CASUSSPECIFIEK ADVIES EN ONDERSTEUNING 

Nood aan advies omtrent een specifieke casus? 

ASPHA

ASPHA, wat staat voor Advies Suïcidepreventie voor Huisartsen en Andere hulpverleners, is een initiatief van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ) in opdracht van de Vlaamse Overheid. Je kan er terecht voor advies over het begeleiden van suïcidale personen, hun omgeving en nabestaanden van zelfdoding. De ASPHA hulplijn (024 24 3000) biedt ondersteuning bij crisisoverbrugging, risicoformulering en communicatie met suïcidale personen en hun omgeving. Huisartsen die geconfronteerd worden met een suïcidale patiënt kunnen er onmiddellijk met hun vragen terecht.  

CGG-SP

Ook bij de Suïcidepreventiewerking van de Centra voor Geestelijke Gezondheid kan je terecht voor advies en ondersteuning. De centra bieden eveneens een vormingsaanbod voor alle intermediairs die  beroepshalve in contact komen met suïcidale personen. Voor huisartsen gaat het onder meer om de LOK Suïcidepreventie die via Domus Medica kan worden aangevraagd.  

Mobiele crisis team

Het mobiele crisis team van elk GGZ netwerk  is een ambulant intensief team dat snel inzetbare crisishulp in de thuisomgeving biedt voor personen met een acute nood aan psychiatrische hulp. 

Werkgroep Verder na Zelfdoding

Werkgroep Verder na Zelfdoding biedt ook advies, info en vormingen over postventie en het ondersteunen van nabestaanden aan hulpverleners. 

Publicatie datum
26 sep 2018
Revisiedatum