Inwooncursus 2011: Perpetuum Mobile. Spreken is zilver bewegen is goud

16 apr
Datum
16 april 2011 09:00 – 21 april 2011 13:00
Organisator
Domus Medica
Adres

CenterParcs De Eemhof
Slingerweg 1
3896LD Zeewolde
Nederland

bekijk in Google Maps

“Homo Movens”, bewegen van ooit naar nu

Prof. dr. Kristine De Martelaer, Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (LK)
De link tussen gezondheid en bewegen is flink geëvolueerd doorheen de tijd. Het doel van deze introlezing is de artsen een beeld te geven van de wijze waarop dit is gebeurd. Voorbeelden zullen worden aangehaald uit diverse opeenvolgende periodes op de tijdslijn: Griekse en Romeinse oudheid, Middeleeuwen, 15-17e eeuw, 18-19e eeuw, 20e en 21e eeuw. Inhoudelijk wordt hierbij uitgegaan van drie subthema’s: lichaamskracht en lichaamstaal, activiteiten, activiteitsgraad en maatschappelijke invloed, bewegingswetenschappen en rol van bewegingsdeskundigen. Op een interactieve wijze zal er tevens gepeild worden naar de historisch en filosofische (sport)bagage alsook naar de mening van de Vlaamse huisartsen wat de drie thema’s betreft.

"Bewegen!” Hoe leuk!

Prof. dr. Christiane Samaey, Vrije Universitreit Brussel, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie (LK), Pedagogisch adviseur VOOP-VONAC BaO en BuBaO
Wie de gezonde kleuter observeert, ziet zijn natuurlijke bewegingsdrang en moet wel vaststellen dat het bewegingsspel zijn hoofdbezigheid is. De kleuter speelt op een natuurlijke wijze in op eigen ontwikkelingsbehoeften. In de ontwikkelingspsychologie worden de motorische exploratie en het bewegingsspel van de kleuter als essentieel voor zijn verdere ontwikkeling en leerproces gezien. Tijdens de lessen van bewegingsopvoeding worden motorische vaardigheden zoals klauteren, springen, werpen,.. ontwikkeld en op verschillende wijzen gestimuleerd.
Dat deze psychomotorische ontwikkeling kan (en moet) gestimuleerd worden vanaf de eerste levensmaanden, schijnt echter minder vanzelfsprekend te zijn. Ontwikkelingspsychologen hebben nochtans aangetoond dat kinderen die weinig bewegingkansen hebben gekregen tijdens de eerste levensjaren, later storingen kunnen vertonen in één of meerdere componenten van het gedrag. Ook vanuit de begeleidingcentra wordt meer en meer verband gelegd tussen de leermoeilijkheden bij het kind van de basisschool en het tekort aan motorische exploratie en bewegingsspel toen hij nog een peuter was.
Verder worden eventuele gevaren en problemen bij intensief sporten bij jonge kinderen kort overlopen.

“Bewegen?” Echt wel nodig! 

Ivan Bautmans (PhD, MSc MT, PT), Gerontology & Frailty in Ageing research department, Vrije Universiteit
De leeftijdsgebonden afname in spierkracht en spiermassa, gedefinieerd als sarcopenie, is op hogere leeftijd een duidelijk herkenbaar fenomeen. Vanaf zeventig jarige leeftijd versnelt het proces met spierkrachtverlies tot 3,5% per jaar. Zodoende vereisen gewone dagelijkse activiteiten voor oudere mensen inspanningen die zich dicht bij hun maximale capaciteit bevinden. Er bestaat aanzienlijke heterogeniteit betreffende de mate van spierzwakte onder oudere mensen. Ook is het moeilijk te voorspellen op welke leeftijd sarcopenie tot functiebeperking zal leiden. Er is toenemende wetenschappelijke evidentie dat mits fysieke oefening spierzwakte op hogere leeftijd kan bestreden worden, zelfs bij hoogbejaarden. Preventieve oefeningen alsook revalidatie van de spierfunctie bij oudere mensen krijgt hierdoor een bredere dimensie. In deze lezing zal een overzicht gegeven worden van de bevindingen uit recent wetenschappelijk onderzoek aangaande de impact van inflammatoire processen op de spierfunctie bij ouderen evenals de klinische implicaties en therapeutische aangrijpingspunten.

Op stap met Monsieur Hulot!

Erik Kegels, huisarts
Ben je benieuwd of Monsieur Hulot aan een gangstoornis lijdt?
Hoe kan je deze snel en gericht opsporen in een eerstelijns setting?
Piramidaal, extrapiramidaal, perifeer lijden, vestibulair, cerebellair…? Mr. Hulot begint er van te duizelen! U ook? Kies dan voor deze workshop neurologisch onderzoek voor de huisarts.
Met het accent op gangstoornissen wordt het neurologisch onderzoek voor de huisarts toegelicht. Tijdens een korte inleiding wordt het basis neurologisch onderzoek voorgesteld.
Vervolgens wordt er in kleine groepjes van 2 tot 3 personen het neurologisch onderzoek actief ingeoefend. We vragen een inzet van de deelnemers die allen ‘gewapend’ zijn met een reflexhamer. De workshop wordt afgesloten met een korte theoretische omkadering van het neurologisch basisonderzoek waarin begrippen als pyramidaal, extrapiramidaal enz. worden opgefrist. Er wordt tevens verwezen naar goede naslagwerken.

Knie onder de knie

Jo De Wachter, huisarts
De diagnostiek van knieproblemen in de eerste lijn start met een grondige anamnese gevolgd door een gericht onderzoek. Er wordt uitgegaan van de problematiek die de deelnemers in hun praktijk tegen komen.

Aanschouw de schouder

Van onderzoek tot infiltratie
Lenie Jacobs, huisarts
Tijdens deze werkgroep wordt de huisarts vertrouwd gemaakt met het onderzoek van de schouder: de anatomie in vivo en het functieonderzoek. De nadruk ligt op de klinische diagnose en mogelijke infiltratietechnieken.

Ten voeten uit!

Wat is de meerwaarde van de podoloog als bewegen minder goed gaat?
Anne-Marie Vandenberk, podoloog
Een podoloog kan uiteraard meer dan alleen een bijdrage leveren bij het screenen en behandelen van de diabetische voeten … Maar wat precies?
Persisterende of recidiverende Achillespeesletsels bij uw patiënt? Vaak heeft dit te maken met de aanwezigheid van risicofactoren of met overbelasting. Wat vertellen de schoenen van deze patiënt? Podologische screening bij kinderen? Het is een meerwaarde voor tijdige behandeling van bepaalde problemen, maar vaak ook het geruststellen van de ouders… Kan de lage rugpijn van uw patiënt iets te maken hebben met de stand of functie van de voeten? Of is er iets anders aan de hand?
Wat weet u al over de biomechanische veranderingen van de voeten van uw diabetespatiënten?
We laten je in deze workshop graag kennis maken met alle aspecten van podologie: het biomechanisch onderzoek met de gang- en/of loopanalyse, educatie, schoenadvies, zooltherapie, orthoplastie, …
Aan de hand van enkele zeer praktijkgerichte casussen krijgt u een beeld van de meerwaarde van een podologisch onderzoek in de aanpak van sportletsels, kinderen, lage rugpijn en diabetische voet.

Bibberpillen

Medicatie in beweging
Apr. Charlotte Theunissen, apotheker, KLAV
Medicatie kan mensen met bepaalde aandoeningen van het centrale zenuwstelsel helpen om hun bewegingsstoornissen onder controle te houden. Maar wat als medicatie juist ongecontroleerde bewegingen gaat veroorzaken?

Informatiebronnen:

  • Stockley’s Drug Interactions. Baxter K. (ed.). Pharmaceutical Press, 2006 (ISBN: 0-85369-624-1)
  • Commentaren Medicatiebewaking. Health Base, 2010 (ISBN 978-90-74027-31-1)
  • Belgisch Centrum voor Farmaceutische Informatie: www.bcfi.be
  • Medscape: www.medscape.com
  • Drugs Information Online: www.drugs.com
  • Drugs en zwangerschap: Cybille

Bewegen tot bewegen

Methoden en achtergrondinformatie om mensen tot beweging te motiveren
Prof. dr. G. Cardon, bewegingswetenschapper
De meerderheid van de populatie is te weinig fysiek actief om gezondheidsvoordelen te bereiken en er is dus nood aan het promoten van beweging. Het bijbrengen van kennis volstaat echter niet om beweging te promoten want kennis leidt niet automatisch tot actie. Gedragsverandering is tevens geen plots gebeuren maar er zijn verschillende fases te onderscheiden in de verandering van het gedrag. Hierbij is het belangrijk dat de benadering om meer beweging te promoten wordt aangepast aan de fase, waarin de persoon zich op dat moment bevindt. In de eerste fases staat het motiveren centraal.
In deze workshop worden praktische richtlijnen gegeven om patiënten aan te zetten tot meer beweging, met bijzondere aandacht voor het overbruggen van de kloof tussen kennis en gedrag. Tevens wordt ingegaan op het gebruik van een stappenteller om beweging te promoten.

"Staccato"

Over bibberen en beven
Prof. Dr. Peter Paul de Deyn Neuropsychiater, diensthoofd neurologie ZNA Middelheim, hoogleraar universiteit Antwerpen en wetenschappelijk directeur Instituut Born-Bunge.
In deze lezing zal in eerste instantie een semiologische benadering met betrekking tot tremor worden gegeven. Daaropvolgend zal een uitgebreide differentiale diagnostiek aan bod komen: ziekte van Parkinson, essentiële tremor, cerebellair beven en verschillende tremoren gerelateerd ondermeer aan metabole en iatrogene oorzaken. Naast klinische presentaties en differentiaal diagnostische tips en suggesties zal ook worden uitgewijd over aanvullende technische onderzoeken. Tevens zullen behandelingsalgoritmen met betrekking tot de verschillende syndromen worden voorgesteld.

"Rallentando"

Met vallen en opstaan
Dr. Kristof Verhoeven, neuroloog, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende, Lid van de multidisciplinaire gangkliniek
Valpartijen zijn een frequent probleem in de dagelijkse praktijk. Dit kan accidenteel zijn, maar frequent, en zeker in de oudere populatie, kan dit vallen wijzen op een onderliggend medisch probleem. Afwijkingen in het zenuwstelsel, zowel centraal als perifeer vormen een belangrijke oorzaak van recidiverende valpartijen en gangstoornissen. Bij ouderen is er dikwijls sprake van gecombineerde pathologie. Aan de hand van casussen zal het neurologisch onderzoek en het neurologische denken bij gang- en valproblemen toegelicht worden met nadruk op die elementen die ons toelaten het verder (eventueel technisch) onderzoek te richten.

"Eeltegans stif", Reuma!

Inflammatoir reuma - kennen en herkennen
Dr. Rik Joos, reumatoloog
Enkele basisprincipes kunnen de huisarts helpen om bij patiënten met een initieel vermoeden van inflammatoir reumatisch lijden de diagnose te bevestigen of uit te sluiten. In deze lezing wordt tevens uitleg verschaft over de specifieke hulpmiddelen die ter beschikking zijn van de reumatoloog en de waarde hiervan in de diagnostiek, de therapie en de follow-up. Het leren (her)kennen van potentiële risico’s voor een evolutie naar meer agressieve pathologie leidt tot een kwalitatief betere aanpak. Aan de hand van casuïstiek met interactieve voting gaan we dieper in op reumatoïde artritis, polymyalgia rheumatica en juveniel reumatisch lijden.

Niet kunnen of niet durven bewegen: pijn en zoveel meer

Van fibromyalgia syndroom tot systeemziekten
Prof. Dr. Rene Westhovens, reumatoloog KULeuven
Er is de laatste jaren een enorme evolutie geweest in de inzichten en de behandeling van reumatische aandoeningen en vooral patiënten met reumatoïde artritis of spondyloartritis hebben een duidelijk betere prognose dan vroeger en dit via een intensievere, gerichte en geïntegreerde multidisciplinaire therapeutische benadering. Ook de zeldzamere systeemziekten als lupus, scleroderma, dermatomyositis of Primair Sjogren Syndroom zijn bij uitstek aandoeningen die een multifactoriële/multidisciplinaire benadering vergen die echter veelal nog voor verbetering vatbaar is en waarbij vaak nog ernstige comorbiditeiten onderbehandeld worden. Ook aandacht voor specifieke patiëntpercepties en –noden over ziekten en therapie is noodzakelijk voor een kwaliteitsvolle benadering. Het fibromyalgia syndroom enkel zien als een pijnprobleem lijkt onvermijdelijk tot therapeutisch falen. Ook hier is een brede evaluatie, een brede bio-psycho-sociale benadering essentieel waarbij vaak de manier waarop iets aangepakt wordt belangrijker is dan de ultieme strijd om de juiste diagnose. De recente nieuwe preliminaire diagnostische criteria, weg van de ‘tender points’ en daarenboven het concept van ernst der symptomen introducerend kunnen hier hopelijk helpen.

Van klacht naar kracht

Het lichaam als sensor en instrument. Interactief seminarie om met plezier in het leven te staan … en te bewegen!
Arthur Spaepen, Ergonoom, coach, bedrijfscoach KULeuven
Wat een zaligheid is het om door een fris en gezond functionerend lichaam gedragen te worden! De kaarten hiervoor krijgen we gedeeltelijk toegespeeld, maar een aantal belangrijke troeven hebben we zelf in de hand. Voortdurend maken we keuzes, zowel op werk als bij dagdagelijkse taken thuis. Of we ons lichaam daarbij op een gezonde manier (ergonomisch) inzetten is één van die troeven. Gelukkig beschikken we over een heel arsenaal van sensoren die ons permanent informeren. Aan ons om de uitgezonden signalen te registreren (lichaam als sensor) en er adequaat mee om te gaan (lichaam als instrument). Hoe leer je die signalen te onderkennen, hoe leer je ze te duiden, wat heb je nodig om op basis van die informatie de juiste keuzes te maken? Allemaal vragen die we vanuit de dagelijkse bewegingspraktijk in het interactieve seminarie aan bod laten komen.

presentatie: niet beschikbaar

Kraak-net

Chiropraxie: diagnose, behandeling en preventie van musculoskeletale aandoeningen
Bart Vandendries, Chiropractor
In de Engelstalige landen is de chiropractor de op twee (arts en tandarts) na meest bezochte zorgverstrekker. In België is de chiropraxie nog niet zo bekend. Chiropraxie anno 2010: wat zijn de indicaties en contra-indicaties? Welke opleiding heeft een chiropractor genoten? Wat houdt een behandeling in en wat zijn de potentiële risico’s en complicaties? Wat is een gewrichtsmanipulatie en welk effect heeft het? Chiropraxie op het kruispunt tussen alternatieve en reguliere geneeskunde: is dit zo? Evidence-based chiropraxie: waar staan we? En ten slotte: een aantal casussen uit de praktijk.

Van stok tot scooter

Eerste hulp bij hulpmiddelen. Wie heeft recht op welk hulpmiddel en hoeveel kost dit … een praktisch overzicht
Kristel Weymans, Ergotherapeut
Wanneer ‘bewegen’ moeilijk of onmogelijk wordt, kunnen hulpmiddelen iemand zijn zelfstandigheid teruggeven. De waaier van hulpmiddelen is echter zeer divers. De keuze van het juiste hulpmiddel is daarom niet vanzelfsprekend. En dan is er nog de terugbetaling. Op welke instanties kan uw patiënt beroep doen? Wat is de te volgen weg? Wat kunt u als huisarts zelf voorschrijven, en wanneer moet u enkel voor een doorverwijzing zorgen? Naar wie moet er doorverwezen worden? Wie kan u en uw patiënt bijstaan zodat het juiste hulpmiddel gekozen wordt ?
Tijdens deze sessie krijgt u een praktisch antwoord op deze vragen, zodat u uw patiënt aan het juiste hulpmiddel kan helpen.

Centen voor procenten - sociale tegemoetkomingen

"Als bewegen invaliderend wordt …"

Dr. Paul Jenet, algemene geneeskunde FOD
Het bos door de bomen zien als het gaat over tegemoetkomingen, en sociale/fiscale maatregelen. In het kader van de sociale bijstand op het federale niveau kan een aanvraag gebeuren voor een aantal tegemoetkomingen, alsook voor bepaalde sociale en fiscale maatregelen.
Die van de "Zwarte Lieve-Vrouwstraat", weet je wel. Ondertussen zijn we al een goede 2 jaar verhuisd. Maar wat betekent dat nu allemaal die tegemoetkomingen, sociale maatregelen, fiscale maatregelen? Hoe zit het met die parkeerkaart? Welke formulieren moet ik nu laten invullen?
Wat betekent dat voor mijn huisdokter of specialist? Hoe komt het dat ik toch geen financiële bijstand krijg hoewel ik toch chronisch ziek ben, want bij het ziekenfonds hebben ze mij gezegd dat … En alles nog op papier …?
Er zal een poging ondernomen worden om in een kort tijdsbestek een overzicht te geven van de belangrijkste informatie die nuttig kan zijn voor als uw patiënten u vragen hun aanvraagformulieren in te vullen.

Het loopt niet goed. Wegwijzers naar erfelijke ziektes

Genetische defecten bij neuromusculaire en osteoarticulaire aandoeningen
Prof. Dr. Geert Mortier, Centrum Medische Genetica- UZ Antwerpen
Bewegen is belangrijk. Het verleent ons mobiliteit en laat ons toe om ons in onze dagelijkse behoeften te voorzien, om sociale contacten uit te bouwen, ons mentaal te ontplooien en ons lichaam gezond te houden. Wanneer bewegen pijnlijk en beperkt wordt, voelen we ons in belangrijke mate belemmerd. Bewegingstoornissen kunnen van tijdelijke of permanente aard zijn. Ze kunnen het gevolg zijn van een externe factor zoals een ongeval maar ook berusten op een intrinsieke stoornis zoals een genetische aandoening. Deze laatste groep komt gelukkig niet zo frequent voor maar is juist daarom vaak niet zo goed gekend onder de zorgverleners. Het tijdig herkennen van een genetische aandoening is nochtans belangrijk, niet alleen voor het getroffen individu zelf maar ook voor de naaste familieleden en toekomstige kinderen. Een correcte diagnose laat trouwens niet alleen een accuraat genetisch advies toe maar stelt ons ook in staat om een juiste behandeling en aanpak in te stellen. Tijdens de voordracht zullen deze aspecten geïllustreerd worden aan de hand van enkele courante genetische aandoeningen die het neuro-musculo-osteoarticulair systeem treffen.

Interessante (algemene) boeken over medische genetica voor de huisarts:

  • Thompson & Thompson Genetics in Medicine. Nussbaum, McInnes and Willard (Eds). Seventh Edition. WB Saunders. 2007
  • Medical Genetics at a Glance. Pritchard and Korf (Eds). Second Edition. Blackwell Publishing. 2008
  • www.eurogentest.org (Eurogentest)
  • www.orpha.net (Orphanet)
  • www.ncbi.nlm.nih.gov/omim (OMIM, Online Mendelian Inheritance in Man)
  • www.genetests.org (Gene tests)

Sportelen. Samen in actie

Huisarts en bewegingsdeskundige een tandem met toekomst
Prof. dr. Filip Boen, Laboratorium voor Bewegings- & Sportpsychologie, en Coaching, KUL
Bewegen is gezond! Dat weten we allemaal wel. En eigenlijk moet je er niet heel veel voor doen: 30 min middelmatige inspanning, vijf dagen per week of 20 minuten intens gedurende drie dagen. Eenvoudig dus, maar hoe pak je dit aan en waar kun je terecht wanneer je niet echt ‘sportminded’ bent. Bovendien zijn er nog heel wat sedentairen die menen dat de boodschap niet aan hen is besteed. Het lijkt of promotiecampagnes voor gezond bewegen, steeds dezelfde, reeds gealarmeerde doelgroepen, bereiken. In het kader van preventie zijn wij, huisartsen ideaal geplaatst om tijdig door te verwijzen naar een bewegingsdeskundige? Naar wie?

Cyborg. Evolutie in gewrichtsvervangende heelkunde

Naar een boom in gewrichtsvervangende heelkunde?
Dr. Willem Van Nieuwenhuyse, Orthopedisch Chirurg, ASZ Aalst
Evolueren we naar een toekomst waar elk van ons in meerdere gewrichten vervangstukken heeft zitten? Waarschijnlijk zal het zo’n vaart niet lopen. Niettemin zijn de laatste jaren de mogelijkheden van de heelkunde toegenomen. Daarenboven worden we geconfronteerd met een verouderende populatie die toch wenst op een comfortabele manier te functioneren. Meer en meer gewrichten komen in aanmerking voor gewrichtsvervangende heelkunde (‘prothesen’), maar niet alles is koek en ei. Bij de toenemende mogelijkheden dienen we nog meer dan vroeger de indicatiestelling te preciseren. Wie komt in aanmerking, waarom en wanneer? Hoe zal het verloop zijn na de heelkunde? Wat zullen uiteindelijk de mogelijkheden zijn van het nieuwe gewricht? Vragen waarop ik zal proberen een antwoord te geven. We mogen ook de keerzijde van de medaille niet uit het oog verliezen. Wisselstukken kunnen stuk gaan, eventueel zelfs loskomen. Ook hier dienen oplossingen voor aangedragen te worden. Het is de bedoeling de presentatie te focussen op de grote gewrichten (schouder, heup, knie, enkel).

Handwerk. Van vinger tot pols

Peter Dreesen, Afdelingshoofd Centrum voor Hand-, Pols en Microchirurgie
Hand-, pols en microchirurgie zijn de het laatste decennium enorm geëvolueerd. Het is voor de huisarts die van vele markten thuis moet zijn dan ook niet eenvoudig dit allemaal te volgen. In de voordracht wil ik de meest frequente aandoeningen in de handchirurgische praktijk belichten van op de stoel van de huisarts. We belichten 'keypoints' naar diagnostiek met eenvoudige middelen, praktische informatie over wat pre en postop kan gedaan worden om de veelal steeds weerkerende vragen van de patiënt heel pragmatisch te kunnen oplossen.